Goed nieuws voor toekomstige eigenaars: sinds begin dit jaar zijn de dossierkosten voor een hypothecair krediet gedaald van 500 naar 350 euro.
De overheid heeft een aanzienlijke verlaging van de dossierkosten voor hypothecaire leningen aangekondigd. Sinds 1 januari 2024 zijn die kosten gedaald van €500 naar €350. Het doel van deze maatregel is om het makkelijker te maken voor mensen om een huis te kopen en om de stijging van de laatste jaren tegen te gaan, een stijging die als excessief wordt beschouwd.
Een niet te verantwoorden stijging volgens het Prijzenobservatorium
Het Prijzenobservatorium stelde een gemiddelde stijging vast van de dossierkosten met 50% tussen 2014 en 2018, van €320 naar €479. Deze stijging, zonder duidelijke motivering, heeft ervoor gezorgd dat de vergoedingen het wettelijke maximum van 500 euro benaderden.
Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne noemde deze kosten “veel te hoog”. Hij wijst erop dat de forfaitaire kosten vooral doorwegen bij leningen met kleine bedragen en dat ze het voor veel Belgen moeilijker maken om huiseigenaar te worden.
De digitalisering van bankdiensten is ook een belangrijke factor. Nu klanten steeds meer informatie online doorgeven, is de vergoeding van 500 euro niet langer gerechtvaardigd. De verlaging naar 350 euro moet dan ook deze digitale evolutie weerspiegelen.
Sinds 1 januari 2024 hebben Brusselse huurders een “voorkeursrecht” bij de verkoop van hun woning. Wat betekent dit voor verhuurders en huurders?
Het Brusselse parlement heeft de ontwerpbesluit afgelopen september met een overweldigende meerderheid goedgekeurd, ondanks verzet van sommige partijen die vreesden voor een verstoring van de vastgoedmarkt. Sinds 1 januari 2024 geldt het zogenaamde “voorkeursrecht” voor Brusselse huurders. Dit betekent dat huurders nu de mogelijkheid hebben om het onroerend goed dat ze bewonen met prioriteit te verwerven bij de verkoop ervan. Een maatregel die bedoeld is om de toegang tot woningbezit voor huurders te vereenvoudigen.
Voor wie geldt het?
Dit recht geldt vooral voor ongemeubelde woningen met een langlopende huurovereenkomst voor een hoofdverblijf. Huurders moeten er ook gedomicilieerd zijn. Het is echter niet van toepassing op kortlopende huurovereenkomsten, onderverhuur, medehuurders, studentenhuurovereenkomsten, of in bepaalde specifieke situaties zoals intrafamiliale verkopen, fusies van vennootschappen of verkoop van lijfrentes, alsook in geval van vruchtgebruik of naakte eigendom.
Hoe werkt het?
Concreet betekent dit dat wanneer de eigenaar van een onroerend goed in Brussel beslist om te verkopen, hij de huurder nu per aangetekende brief op de hoogte moet brengen. De huurder heeft dan 30 dagen de tijd om op het aanbod te reageren. Als de huurder het bod weigert of niet reageert, kan de woning te koop worden aangeboden. Maar als de woning uiteindelijk tegen een lagere prijs of tegen gunstigere voorwaarden aan een andere koper wordt aangeboden, moet de huurder hiervan op de hoogte worden gebracht. Hij heeft dan nog eens 7 dagen de tijd om zijn “voorkeursrecht” uit te oefenen.
Een vriend van mij gaat verhuizen en ik bood aan om een handje te helpen. Ik kreeg de taak om de inhoud van de slaapkamerkasten in te pakken. Ik ben de koningin van het opruimen: ik vul de verhuisdozen alsof het niets is. Alles past bij elkaar, alle netjes gestapeld en gesorteerd. Niets wordt aan het toeval overgelaten.
Ik jongleer met pumps en sokken, ik wissel handtassen en badpakken af, ik pak sieraden in en schik ze tussen dekbedovertrekken… Ik rol broeken op als pannenkoeken en doe hetzelfde met t-shirts of truien. En ik noteer natuurlijk met een grote zwarte stift wat je in elke doos vindt.
Maar mijn specialiteit ligt elders en betreft blouses, vesten, jurken en andere kleding die aan de stang van de kast hangen. Vroeger haalde ik elk kledingstuk van de hanger en vouwde of rolde het zo voorzichtig mogelijk. Maar dat was vroeger. Vandaag neem ik vuilniszakken mee naar de locatie.
Ik neem een goed dozijn hangers bij elkaar aan de roede. Ik duw de kleren goed tegen elkaar. Ondertussen schuif ik de onderkant van de kleding in de open zak die ik vervolgens naar de hangers optrek: de kleding wordt dan beschermd, strakker, verzameld in een zak. Ik trek de banden van de plastic zak zo strak mogelijk aan en bind ze vast (of hang ze zo goed mogelijk op) aan de hangers. Er kan een rol goeie tape nodig zijn om de zak stevig om de hangers te houden.
Het enige wat je hoeft te doen is erin vliegen! Pak de grote bundel kleding en stapel deze op de vorige.
Het voordeel van de techniek? Deze kleding, die best opgehangen wordt, raakt niet verfrommeld. Het is ook gemakkelijker in het nieuwe huis: het enige wat je hoeft te doen is de hangers aan de stang te hangen en de plastic zakken te verwijderen.
Bij het verhuizen is tijdwinst een kostbaar iets. Er is zoveel te doen! Ga dus snel aan de slag met deze supertip.
Volgens ICIS Consulting, een expert en waarnemer van de wereldwijde energiemarkt, zullen de gasprijzen in 2024 naar verwachting dalen. Lees mee waarom.
Myko M
De huidige daling van de gasprijzen komt volgens ICIS Consulting in een context die onzeker blijft, met name vanwege “zorgen over de aanvoer van vloeibaar aardgas via de Rode Zee”. De Jemenitische Houthi-rebellenbeweging, gesteund door Teheran, heeft inderdaad een reeks aanvallen uitgevoerd die veel schepen ertoe hebben aangezet dit deel van de wereld te vermijden, waaronder de Straat van Bab el-Mandeb die als een risicogebied wordt beschouwd. Ongeveer 10 procent van de maritieme handel in de wereld, 12 procent van de olie die per schip wordt verhandeld en 8 procent van ’s werelds vloeibaar aardgas gaat echter door de Rode Zee.
Ondanks deze problemen zijn de gasprijzen in Europa niet gestegen. Uiteindelijk gaat slechts 5% van de aanvoer van ons continent door dit gebied. Qatar is de enige grote leverancier die LNG via de Straat van Bab el-Mandeb naar Europa vervoert. De rest van het LNG dat in onze regio wordt verbruikt, komt via de Atlantische Oceaan vanuit de Verenigde Staten aan. Volgens ICIS Consulting zou de gasprijs in 2024 verder kunnen dalen, aangezien de vraag in Europa structureel zwak blijft. Dit is voldoende om een neerwaartse druk op de gasprijzen uit te oefenen.
Als eigenaar of bewoner van een huis (of ook soms een appartement) ben je verplicht om de stoep voor je woning vrij te maken van sneeuw. Maar wat riskeer je precies als je dat niet doet?
Op heel wat plaatsen ligt er dezer dagen een flinke hoeveelheid sneeuw. Als bewoner van een huis of appartement moet je de stoep sneeuwvrij maken. Die verplichting vind je terug in het lokaal politiereglement. Om te weten hoever deze verplichting precies reikt lees je er best dit politiereglement ook op na.
Boete
Hou je je niet aan deze verplichting dan riskeer je vooreerst een boete. Die boete kan aanzienlijk zijn en oplopen tot 350 euro. In de praktijk moet je je echter veelal niet te veel zorgen maken. Het gebeurt nu eenmaal niet al te vaak dat er boetes gegeven worden aan bewoners van een pand die de stoep voor hun woning niet sneeuwvrij maken.
Aansprakelijkheid
Daarnaast kan je ook aansprakelijk gesteld worden als er iemand ten val komt op de stoep die je niet sneeuwvrij maakte. Die persoon kan dan namelijk zeggen dat je je verplichting om de stoep vrij te maken niet nakwam en dat je bijgevolg moet opdraaien voor de schade die hij of zij leed (bv. arbeidsongeschiktheid, medische kosten, kleding of uurwerk dat beschadigd is enz…).
Verzekering
Krijg je te maken met iemand die beweert schade te hebben geleden doordat hij of zij op de stoep voor je woning ten val kwam, dan ben je daarvoor meestal verzekerd. Je kan dan terecht bij je familiale verzekering. Weet wel dat je riskeert om een franchise te moeten betalen.
Met de opkomst van de elektrische auto in ons land neemt ook het aantal aanvragen voor de plaatsing van laadpalen in gebouwen toe. Alleen is het verre van eenvoudig voor mede-eigendommen en heeft de overheid hier niet echt op geanticipeerd…
chuttersnap
Langzaam maar zeker stapt de Belg over op elektrisch rijden. Zoals we allemaal weten, zullen er in 2035 in Europa geen nieuwe auto’s met verbrandingsmotor meer verkocht mogen worden, en het Brussels Gewest is zelfs al van plan om voertuigen met dieselmotor te weren vanaf 2030. Voertuigen met benzinemotor volgen 5 jaar later. Het is dus logisch dat appartementsgebouwen zich organiseren om te anticiperen op de komst van deze nieuwe voertuigen, of gewoon om ze vandaag al een plek te kunnen geven. En dat betekent maatregelen nemen en afspraken maken rond een aantal punten.
Welke soort?
Op dit moment vind je op de markt verschillende oplossingen om elektrische auto’s op te laden: private laadpunten (elke mede-eigenaar installeert zijn eigen station en sluit het aan op zijn eigen meter), private laadpunten die aangesloten zijn op een gemeenschappelijke meter, of gedeelde laadpunten die ook aangesloten zijn op de meter van het mede-eigendom. Om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst, raden we aan om in onderling overleg te werk te gaan.
Naarmate het aantal aansluitingen in appartementsgebouwen toeneemt, neemt ook het risico op overbelasting of zelfs stroomuitval toe. Het zal dan nodig zijn om de elektrische aansluiting van het gebouw op het stroomnet te versterken. Je denkt dan ook best van in het begin na over dit aspect om zo te investeren in een aanpasbaar, betrouwbaar systeem. In Brussel is de vraag al beantwoord: als het gebouw meer dan drie appartementen en drie parkeerplaatsen of garages bevat, moet de installatie van oplaadpunten collectief worden aangepakt.
Welk vermogen?
Ook hier bestaan er verschillende oplossingen: een bestaand stopcontact en een verlengsnoer gebruiken, een laadpunt installeren dat wisselstroom levert of kiezen voor een snellaadpaal die gelijkstroom levert. Alles hangt af van het aantal laadpunten dat gepland is, maar ook van de kwaliteit van de elektrische installatie van het gebouw. Het is aan de syndicus, de vereniging van mede-eigenaars of de verhuurder om samen met de bewoners de behoeften te bepalen en vervolgens de beste configuratie te kiezen. Aarzel niet om je netwerkbeheerder om deskundig advies te vragen.
Wat zegt de wet?
Bij een individueel geplaatst laadpunt geeft de wet op mede-eigendom het recht om kabels en leidingen te leggen in gemeenschappelijke ruimten, zij het onder bepaalde voorwaarden en als dat de betrokken bewoner zelf instaat voor de kosten. Uiteraard moet de syndicus of vereniging van mede-eigenaars twee maanden op voorhand op de hoogte gebracht worden van de plannen. De aanvraag wordt ter stemming voorgelegd op de algemene vergadering.
In het geval van gedeelde voorzieningen moet de syndicus een dossier samenstellen dat besproken wordt op de algemene vergadering. Net als bij een privaat laadpunt is een tweederde meerderheid vereist. Als het voorstel wordt goedgekeurd, worden de installatiekosten verdeeld onder de mede-eigenaars op basis van hun aandeel in het gebouw. De gebruikskosten worden gedragen door zij die opladen. Bij meningsverschillen kan de zaak worden voorgelegd aan de vrederechter.
Laadpalen binnenkort verplicht?
Het is geen geheim dat de Europese overheden de overstap naar elektrisch rijden willen versnellen. In 2018 werd een richtlijn goedgekeurd die de installatie van laadpunten in bepaalde residentiële en niet-residentiële gebouwen verplicht maakt. Dit werd vervolgens in lokale regels gegoten door de drie gewesten van het land in 2020 en 2021.
In Wallonië gelden de verplichtingen momenteel alleen voor nieuwe residentiële gebouwen of gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan.
In Brussel geldt dezelfde regel, maar deze zal worden aangescherpt op 1 januari 2025. Nieuwe, gerenoveerde en bestaande appartementsgebouwen zullen verplicht zijn om elke residentiële parkeerplaats uit te rusten met een oplaadpunt als de bewoner aangeeft dat hij of zij een elektrische auto bezit.
Tot slot worden in Vlaanderen een reeks verplichtingen rond oplaadinfrastructuur voor elektrische auto’s in gebouwen en bijbehorende parkeergarages van kracht voor aanvragen voor omgevingsvergunningen die sinds 11 maart 2021 werden ingediend. Naargelang het gaat om een nieuw residentieel of niet-residentieel gebouw, een parking of een renovatieproject, en afhankelijk van het aantal parkeerplaatsen, moeten verschillende regels worden nageleefd voor laadpunten en voorbereidende werken aan leidingen en kabels.
Dit zijn allemaal parameters waarmee rekening gehouden moet worden en het is niet verwonderlijk dat ze de plannen van de meeste appartementsgebouwen in ons land bemoeilijken, en dat terwijl openbare instanties niet op deze trend hebben geanticipeerd. Sindici wachten bijvoorbeeld nog steeds op een besluit over brandvoorschriften voor elektrische auto’s in gebouwen. Maar daar zal de komende maanden waarschijnlijk verandering in komen, gezien de druk die op de lokale overheden wordt uitgeoefend…
Aarzel niet om de complete gids van onze partner te bekijken om alles te weten te komen over laadpalen in mede-eigendommen: www.syndicuskiezen.be.
Enkele maanden nadat je een woning kocht klopt een aannemer die voor de verkoop werken aan de woning deed bij je aan met de vraag om zijn factuur te betalen. Kan men je daartoe verplichten? Wat zijn je rechten?
Geen contract
Je hoeft je in zo’n geval in principe geen zorgen te maken. Als koper van de woning heb je namelijk geen contract afgesloten met de aannemer. Die kan zich dan ook in de regel enkel richten tot de verkoper met wie hij wel een aannemingsovereenkomst afsloot. Dit alles geldt zelfs als de vorige eigenaar uiteindelijk onvoldoende solvabel zou zijn om de rekening van de aannemer ook effectief te betalen.
Er moeten nog werken gebeuren
Wordt de woning verkocht en zijn de werken op dat moment nog niet ‘klaar’ en niet gefactureerd dan maakt dat op zich niet uit. Ook in dat geval moet de verkoper de werken in principe blijven betalen ook al is hij geen eigenaar meer. Hij was namelijk diegene die de aannemingsovereenkomst aanging. Als koper heb je je in zo’n geval al evenmin verbonden om de factuur van de aannemer te betalen.
Andere afspraken
Het kan wel gebeuren dat er in de koopovereenkomst die je als koper met de verkoper afsloot wordt voorzien dat jij de facturen in kwestie moet terugbetalen aan de verkoper. Een dergelijke clausule is niet gebruikelijk. Weet wel dat als een dergelijke bepaling wordt opgenomen, deze perfect geldig is. Wil de verkoper een dergelijke clausule opnemen zorg er dan voor dat je het gevolg daarvan in de koopprijs incalculeert.
Als je een appartement koopt in een groter complex kan het wel eens zijn dat er los van de eigenlijke vereniging van mede-eigenaars ook zogenaamde deelverenigingen bestaan. Wat houdt dat precies in en wat moet je daarvan weten?
Een groter appartementencomplex bestaat wel eens uit verschillende gebouwen. Of er zijn op het gelijkvloers commerciële ruimtes en op de verdiepingen appartementen. Of nog is er een ondergrondse garage. In die gevallen kan er wel eens worden gewerkt met een aantal deelverenigingen van mede-eigenaars. Die beslissen dan over zaken die specifiek met een welbepaald deel van het complex vandoen hebben en waar eigenaars die daarin geen eigendom hebben eigenlijk niets vandoen hebben (zo bv. als er een probleem in één van de gebouwen en niet in de andere).
Waar het werken met zo’n deelverenigingen het beslissingsproces wel eens kan bevorderen (enkel de echte belanghebbenden moeten stemmen) is er ook een nadeel aan gekoppeld. Wellicht zullen nu eenmaal door het werken met deelverenigingen je kosten van bv. een syndicus en dies meer toenemen. Je zal ook naar meer algemene vergaderingen moeten gaan (zowel van de deelvereniging als van de hoofdvereniging) of daar volmacht voor moeten geven.
Wat zijn de voorwaarden?
Om met deelverenigingen van mede-eigenaars te kunnen werken moet er sprake zijn van een gebouw of een groep van gebouwen die bestaat uit tenminste 20 kavels. De wet geeft ook aan waarvoor er precies deelverenigingen kunnen worden opgericht. Meer bepaald is dat bv. mogelijk per gebouw als er meerdere gebouwen binnen de mede-eigendom zijn. Er kunnen ook deelverenigingen opgericht worden als er in een gebouw een fysieke scheiding in duidelijk te onderscheiden onderdelen aanwezig is, voor de kavels van één of meer van die onderdelen.
Kan het in een bestaand gebouw?
De oprichting van de deelverenigingen moet worden vermeld in de basisakte van het gebouw. Is dat niet het geval in het complex waarbinnen je mede-eigenaar bent en wil je dat er naar de toekomst toe toch gewerkt wordt met deelverenigingen, dan moet je de basisakte van het gebouw laten wijzigen. Dat moet gebeuren door de algemene vergadering van mede-eigenaars. Om dat te kunnen doen is er een 4/5 meerderheid op de algemene vergadering vereist.
Als je zelf voorstander bent om te gaan werken met deelverenigingen, dan kan je de oprichting daarvan op de agenda van de algemene vergadering laten zetten. Vraag aan de syndicus om hiertoe over te gaan. Je kan meteen aan de andere mede-eigenaars een motivering bezorgen waarom je de oprichting van deelverenigingen nuttig vindt.
Waarvoor is zo’n deelvereniging bevoegd?
Een deelvereniging heeft (net als de gewone vereniging van mede-eigenaars) wat men noemt rechtspersoonlijkheid. Ze kan dan ook contracten aangaan, ze kan aansprakelijk gesteld worden, naar de rechtbank stappen en dies meer.
Toch zijn er grenzen aan de bevoegdheid. Die grenzen worden aangegeven in de basisakte van het gebouw. Meer bepaald zijn de deelverenigingen enkel bevoegd voor de in de basisakte aangeduide particulier gemeenschappelijke delen (zo bijvoorbeeld voor de lift in het betreffende deelgebouw). Los van de deelverenigingen van mede-eigenaars moet er alleszins ook een hoofdvereniging van mede-eigenaars blijven bestaan. Deze blijft bevoegd voor de algemeen gemeenschappelijke delen en de zaken die tot het gemeenschappelijk beheer van de mede-eigendom behoren.
Hoe werkt het?
De werkwijze van een deelvereniging van mede-eigenaars is in zeer grote mate dezelfde als die van de gewone vereniging van mede-eigenaars. Er zal ook hier een syndicus worden aangesteld (dat mag dezelfde zijn als deze van de gewone vereniging van mede-eigenaars), er dienen algemene vergaderingen te worden gehouden enz. Op deze vergadering worden de eigenaars die een kavel hebben die valt in een andere deelvereniging niet uitgenodigd.
Een aannemer doet voor jou bouw- of verbouwingswerken. Tijdens de werken in kwestie beschadigt hij een elektriciteitskabel of een water- of gasleiding. Moet jij de kosten daarvan dan betalen of zijn deze voor de aannemer?
Bij werken aan een gebouw is het niet altijd even duidelijk waar de leidingen, kabels en riolering precies liggen en dit zowel binnen als buiten het gebouw. Als zo’n leiding beschadigd raakt kan dat flink wat kosten met zich brengen.
Info geven
Als bouwheer moet je aan de aannemer informatie geven over de kabels en leidingen die je weet liggen en dit zowel binnen- als buitenhuis. Doe je dat niet of geeft je verkeerde informatie, dan riskeer je zelf op te draaien voor de schade en de kosten daarvan te moeten betalen.
Verplichtingen van de aannemer
De aannemer moet op zijn beurt zo veel mogelijk informatie inwinnen over eventuele leidingen die zich in de buurt van de woning bevinden. Dit geldt vooral als hij ‘buiten’ moet graven. Bovendien moet de aannemer omzichtig zijn bij het uitvoeren van de werken, en dit zeker op plaatsen waar de aannemer kan verwachten dat er leidingen zouden kunnen liggen. Gaat de aannemer dadelijk en zonder veel nadenken met zwaar materieel aan de slag en ontstaat daardoor schade dan heb je goede argumenten om te zeggen dat hij die moet vergoeden.
Kijk in het contract
De aannemer kan in zijn algemene voorwaarden een bepaling opnemen waarin staat dat de ligging van kabels en leidingen moet worden gemeld door jou als klant en dat je aansprakelijk bent als hij bij de werken beschadigingen aanbrengt aan leidingen die je niet wist liggen. Afhankelijk van hoe deze clausule is geformuleerd en hoe ver ze gaat bestaat de kans dat je er ook door gebonden bent.
Een duurzaam gemeenschapsgebouw van 72 m2 zorgde voor ophef in de Deense hoofdstad. Het is het eerste CO2-arme betonnen gebouw dat in 3D is geprint.
Wat nu bijna sciencefiction is, zou over een paar jaar wel eens de norm kunnen worden. In samenwerking met de Deense groep 3DCP heeft vastgoedontwikkelaar AKF een enorme 3D-printer laten bouwen voor de bouw van een gemeenschapsgebouw van 72 m2 aan de rand van Kopenhagen.
Een serieuze stap voorwaarts voor duurzaam bouwen. “3D-printen is een adaptief bouwproces waarbij materiaal alleen wordt toegevoegd waar het nodig is”, legt de ontwikkelaar uit in een verklaring. “Dit vermindert het verbruik van hulpbronnen en biedt tegelijkertijd aanzienlijke milieu- en economische voordelen en een grotere architecturale vrijheid”, zei hij.
Om de ecologische voetafdruk verder te verkleinen, werd het gebouw geprint met koolstofarm cement, dat een 30% lagere koolstofvoetafdruk heeft dan conventioneel cement.