Blog

  • Een buitenverblijf kopen? Hiermee moet je rekening houden!

    Een eigen vakantiehuisje kopen? Perfect mogelijk, maar niet voor iedereen weggelegd. Overweeg het het kopen van een buitenverblijf, dan houd je maar beter rekening met volgende zaken.

    Je bent niet alleen

    Heel wat Belgen beschikken over een tweede verblijf in binnen- of buitenland. Meer nog, het kan een interessante investering zijn, zeker nu de spaarrekening helemaal niets opbrengt. Toch ga je maar beter niet halsoverkop te werk, goed nadenken dus voor je die handtekening zet.

    Houd rekening met de aankoopkosten

    Een vakantiehuisje hoeft natuurlijk geen fortuin te kosten, maar koop je er eentje in België, dan moet je wel rekening houden met notariskosten en registratierechten. Bovendien krijg je hier geen verminderingen op. In Vlaanderen gaat het dus om 10%, in Brussel en Wallonië om 12,5%. Andere kosten bedragen ook nog eens ongeveer 2,5%. Je merkt het, de rekening begint op te lopen.

    In het buitenland is de plaatselijke wetgeving van toepassing. Informeer je goed en laat je bijstaan door een plaatselijke jurist.

    Jaarlijkse belastingen

    Jaarlijks dien je voor je vakantiehuis onroerende voorheffing te betalen. Ook hier zijn er geen verminderingen van toepassing. Daarnaast vormt het kadastraal inkomen ook de basis voor je belastingaangifte. Het geïndexeerde K.I. wordt vermeerderd met 40 procent en dit bedrag wordt opgeteld bij al je andere belastbare inkomsten. Hierop betaal je 45 à 50 procent belasting, afhankelijk van je fiscale situatie. Daar komen nog lokale belastingen bovenop.

    Heb je een tweede verblijf in het buitenland, dan dien je dit aan te geven via je belastingen. De reële huurwaarde of werkelijke huurinkomsten vormen hier de basis. Ook lokale heffingen zijn mogelijk, afhankelijk van het land.

    Vaste kosten

    Net als bij een gezinswoning, zijn er bij vakantiehuisje ook kosten waar je voor moet opdraaien. Denk maar aan verwarming, elektriciteit, internet, onderhoudskosten, …

  • Vruchtgebruik of naakte eigendom: wat heeft dat te betekenen?

    Stel dat je man of vrouw komt te overlijden en hij/zij in het testament heeft opgenomen dat de woning naar de kinderen gaat, maar dat jij als partner het vruchtgebruik hebt, tot je zelf te overlijden komt: wat betekent dat dan? Wij doen het even summier uit de doeken.

    Wat is vruchtgebruik?

    Als je het vruchtgebruik en het naakte eigendom optelt, dan kom je tot het volle eigendom. In geval van onroerende goederen houdt het vruchtgebruik in dat je recht hebt om het onroerende goed te gebruiken, zonder dat je eigenaar bent. Vaak komt het neer op bewoningsrecht. Maar je mag er niet alleen wonen, je hebt ook het recht om het te verhuren, waarbij de huuropbrengsten voor jou zijn.

    Je voornaamste plicht? Het instandhouden van de staat van de woning. Je moet het pand onderhouden en moet instaan voor de meeste herstellingen.

    Wat is naakte eigendom?

    Hier gaat het om de eigenlijke eigenaar van het onroerend goed dat in vruchtgebruik is. Zijn rechten zijn ingeperkt, want hij mag zelf niet wonen in het pand. Daarnaast is het pand verhuren ook geen optie, want dan verliest de persoon die het pand in vruchtgebruik heeft zijn rechten. Wegschenken of verkopen mag wel, maar het vruchtgebruik blijft doorlopen. De vruchtgebruiker dient bij een verkoop ook steeds op de hoogte gesteld te worden.

    Wanneer komt het voor?

    Meestal bij erfkwesties. De maximale duurtijd van het vruchtgebruik is 30 jaar, maar minder kan ook. Weet dat bij het uitdoven van het vruchtgebruik, de naakte eigenaar ook de volle eigenaar wordt.

    Het is mogelijk dat de vruchtgebruiker het naakte eigendom koopt. Wanneer de vruchtgebruiker komt te overlijden, loopt het vruchtgebruik sowieso af.

    Let op voor de fiscus

    Het correct waarderen van het vruchtgebruik is ontzettend belangrijk. De fiscus berekent immers de erfbelasting op de waarde van het vruchtgebruik. Echt heel duidelijke regels zijn er niet, maar laat je door een goede fiscalist bijstaan.

  • Leren zetel onderhouden: zo moet het

    Leer is een “levend” materiaal en verliest schoonheid en soepelheid als er geen zorg voor gedragen wordt. We trakteren je daarom op een handvol tips met betrekking op het onderhoud van je leren zetel of fauteuil.

    Behandel je bank twee tot drie keer per maand met een zeemvel. Je hoeft niet hard te wrijven, gewoon zachtjes en met een licht vochtige zeem volstaat.

    Een of twee keer per jaar, of na een klein ongelukje, moet je het leer voorzichtig reinigen. Niet alleen om kleine vlekken te verwijderen maar ook om de glans te herstellen. Marseillezeep is hier je ideale bondgenoot voor. Na eerst stof te hebben verwijderd, neem je een vochtig washandje en breng je er Marseillezeep op aan. Maak kleine, cirkelvormige bewegingen over het leer en herhaal dit proces na het uitspoelen van het washandje met schoon water om de resterende zeep te verwijderen. Droog het leer vervolgens af met een schone, katoenen doek. De Marseillezeep, rijk aan plantaardige oliën, voedt het leer en reinigt het.

    Hoe zit het met hardnekkige vlekken?

    Voor hardnekkige vlekken doet een mengsel van reinigingsmelk en witte azijn wonderen. Week eenvoudigweg een wattenstaafje of een microvezeldoek met make-upverwijderaar en voeg een paar druppels witte azijn toe. Zorg ervoor dat de azijn zich goed vermengt met de melk. Wrijf vervolgens over de plek waar de vlek zich bevindt. Laat het drogen en behandel vervolgens met een wattenschijfje met vochtinbrengende crème.

    Een andere oplossing voor hardnekkige vlekken: het weken van een spons in warm water met witte kleisteen. Wrijf in kleine cirkels, spoel de spons af, breng opnieuw aan op de behandelde plaats en laat drogen. Dit proces mag alleen worden gebruikt voor volnerfleer en niet voor breekbaar leer dat beschadigd kan raken.

  • Zo kan je reageren als de muziek van je buren te luid staat

    Je buren brengen heel wat uren door in hun tuin waarbij hun radio behoorlijk luid staat. Je moet dan ook van op je terras of zelfs binnen steeds ‘mee genieten’ met de muziek die zij spelen. Moet je dit zo maar aanvaarden en welke stappen kan je nemen?

     

    Overlast

    Als de muziek van je buren echt te luid staat hoef je dat niet zo maar te aanvaarden. Je buren mogen je namelijk geen overlast bezorgen. In heel wat gemeentelijke reglementen staat trouwens expliciet dat overdreven luid muziek spelen (zelfs overdag) niet toegelaten is. ’s Nachts is dat al helemaal het geval. De muziekhinder ’s nachts kan zelfs als nachtlawaai beschouwd worden.

    Overleg met je buur

    Staat de radio van je buur steevast te luid, neem daar dan in eerste instantie contact mee. Vraag je buur om zijn radio voortaan wat stiller te zetten. In heel wat gevallen zal je buur begrip hebben voor je vraag en aan je bekommernissen tegemoet komen. Hebben ook andere buren last van de muziek, dan kan je eventueel met meerdere mensen samen contact nemen met de buurman in kwestie.

    En als dat niet helpt?

    Slaag je er niet in om je buur via een gesprek op betere gedachten te brengen, dan kan je hem een aangetekende brief sturen met vraag om de muziek stiller te zetten. Helpt ook dat niet, dan kan je de politie contacteren. Die kan trachten je buur te overtuigen zijn muziek voortaan stiller te zetten. Je kan je buur ook eventueel oproepen in verzoening bij de vrederechter of zelfs een ‘echte procedure’ bij de vrederechter starten.

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

  • Wasproducten: poeder of vloeistof?

    De properheid van wasgoed hangt ontegensprekelijk af van de kwaliteit van het gebruikte wasmiddel en de dosering ervan. Maar is het nu beter om poeder of vloeistof te gebruiken?

    We hebben nog nooit zo’n ruime keuze aan producten voor de wasmachine gehad. Naast traditionele poeders zijn er vloeistoffen, tabletten enzovoort. Aangezien elk type wasmiddel zeer verschillende eigenschappen heeft, is dit een mooie gelegenheid om de twee populairste producten die in onze supermarkten te vinden zijn, te bekijken: poeder en vloeistof.

    Poeder, koning van de efficiëntie

    Poeder blijft het efficiëntst. Het verwijdert vlekken het best in vergelijking met vloeibare wasmiddelen. Veel tests bevestigen dat poeder het effectiefst inwerkt op lastige vlekken komende van gras, bloed, tomatensaus, wijn of koffie.

    Ook is poeder superieur als het gaat om het behoud van glans van witte kleding, waar vloeistoffen de neiging hebben om stoffen “dof” te maken. De verklaring is eenvoudig: poeders bevatten vaste bleekmiddelen die niet voorkomen in de samenstelling van vloeistoffen en worden daarom niet aanbevolen voor gekleurd wasgoed. Op zeldzame uitzonderingen na, zullen poeders de helderheid van de kleuren tijdens het wassen aantasten.

    Poeders worden aanbevolen voor het wassen op hoge temperatuur (60° en hoger) en voor programma’s met voorwas.

    Vloeistoffen om de levensduur te verlengen

    Vloeibare wasmiddelen zijn minder sterk als het gaat om het verwijderen van moeilijke vlekken, maar zijn veel geschikter dan poeders om de kleuren en het uiterlijk van textiel te bewaren. Zwarte kleding, jeans of felgekleurde kleding zullen er bij elke wasbeurt beter uitzien als ze met vloeibaar wasmiddel worden gewassen. Anderzijds, en zoals hierboven uitgelegd, zijn ze door hun bleekvrije samenstelling minder geschikt voor het wassen van witte was. Deze afwezigheid wordt echter gecompenseerd door een hogere concentratie aan oppervlakteactieve stoffen.

    Vloeibare wasmiddelen worden aanbevolen voor gekleurd linnen, synthetisch textiel en linnengoed dat niet te vuil is. Ze zijn ook beter geschikt voor programma’s zonder voorwas en bij middelmatige, lage en koude temperaturen (40° en lager) omdat ze sneller verdund worden. Vloeibare wasmiddelen zijn trouwens beschikbaar als navullingen, waardoor minder verpakkingsafval ontstaat en geld wordt bespaard.

  • Stof in huis beperken: zo ga je te werk

    Stof in huis is lastig om vanaf te geraken, al bestaan er manieren die je het leven gemakkelijker maken. Lees even mee.

    Permanent van stof verlost geraken, is natuurlijk onmogelijk maar je kan de terugkeer ervan wel uitstellen. De oplossing: regelmatig en grondig schoonmaken, voornamelijk met behulp van een stofzuiger.

    Stof in huis beperken

    Plaats een deurmat voor alle deuren die naar buiten openen. Stof komt uit de tuin, vanop straat of het terras. De mat zal zowel vuil als stof tegenhouden, al moet je ze natuurlijk ook regelmatig reinigen. Doe dit twee tot drie keer per maand met een harde borstel. En buiten, dat spreekt voor zich.

    Doe ook telkens je schoenen uit als je het huis betreedt. Pantoffels in de hal achterlaten, is natuurlijk een aanrader.

    Heb je huisdieren? Veeg hun poten af na elke wandeling. Kam je kat of hond ook regelmatig om te voorkomen dat je overal stukjes vacht terugvindt.

    Eveneens belangrijk, is om je lakens regelmatig te verversen (idealiter één keer per week). Wanneer je dit doet, vouw ze dan naar binnen toe.

    Tijd voor actie

    Gladde oppervlakken geven de voorkeur aan statische stofdoeken of langharige microvezeldoeken. Dit type doek vangt en verwijdert stof zonder krassen te maken op je meubels. Vermijd zachte bezems of plumeaus, die het stof uiteindelijk alleen verplaatsen.

    Zulke doeken doen ook wonderen voor jaloezieën, lijsten, elektrische apparatuur, boeken en zelfs planten.

    Stofzuig tot slot regelmatig en zorg ervoor dat de zak (als het een stofzuiger van dit type is) niet vol geraakt. Stofzuigen is verreweg de meest effectieve manier om stof van vloeren en tapijten te verwijderen en is ecologischer dan het gebruik van wegwerpstofdoekjes, die moeilijk te recycleren zijn.

  • Tips voor het kiezen van het ideale badkamermeubel

    Ben je toe aan een nieuw badkamermeubel en wil je meteen het perfecte meubel? Je badkamermeubel vormt de blikvanger in de ruimte, dus je kiest maar beter goed. Met onderstaande tips selecteer je in geen tijd het badkamermeubel van je dromen.

    Tip 1: Bepaal de afmetingen op basis van de personen die de badkamer gebruiken

    Om vlot met zijn twee naast elkaar de tanden te kunnen poetsen, reken je toch maar op 140 cm. Niet enkel de breedte is belangrijk, ook de diepte. Een minimale diepte van om en bij de 50 cm is aangewezen. De lengte van de gebruikers is belangrijk bij het bepalen van de hoogte van de wastafel. Een ingebouwde wastafel moet toch met de bodem, zo’n 90 cm van de grond hangen. Voor een opbouw mag het laagste punt wat lager liggen. Laat je zeker adviseren door een specialist om de hoogte te bepalen.

    Tip 2: Ga voor kwalitatief en duurzaam materiaal

    Je wil toch niet blijven verbouwen? Duurzaam materiaal dat bestand is tegen krassen, vocht en vloeistoffen, valt aan te raden. Bovendien draagt dit bij aan de waarde van je woning. Mdf, laminaat en melamine zijn dankbare materialen, maar net zo goed opteer je voor bewerkt hout of natuursteen.

    Tip 3: Ga voor tijdloos

    Een gedateerde badkamer die ooit leuk leek is niet zo fijn. Ga voor tijdloos en neutraal. Wil je later je woning verkopen, dan kun je je daar alvast geen buil aan vallen. Lichte en heldere tinten vergroten de ruimte en kunnen makkelijk jaren mee. Een kleurrijk accent kan, maar we zouden de badkamer over het algemeen sober houden.

    Tip 4: Ga voor opbergruimte in overvloed

    Geloof ons, in een mum van tijd heb je heel wat spulletjes verzameld en die moeten allemaal een plekje krijgen. Handdoeken, zeepjes, een haardroger, … Zorg voor voldoende kasten en opbergplekjes. Houd je van orde? Beperk het aantal open legplanken, dat gaat immers al snel wanordelijk ogen.

    Tip 5: Respecteer je budget

    Voor je het weet ben je honderden of zelfs duizenden euro’s boven budget gegaan. Bepaal op voorhand je budget, dan voorkom je al te impulsieve beslissingen eens je in de showroom staat.

  • Hoe reageren als je aannemer je om een voorschot vraagt?

    Je wil in zee gaan met een aannemer voor het (ver-)bouwen van je woning. De aannemer vraagt je bij het sluiten van het contract om een voorschot. Hoe kan je op zo’n vraag reageren?

    Het gebeurt maar al te vaak dat aannemers een voorschot vragen voor ze met een bouwheer in zee willen gaan. Om dat te motiveren wijzen ze op het feit dat ze zeker willen zijn dat de bouwheer niet op de afspraak terugkomt, dat die hen wel zal kunnen betalen en dat ze ook al bouwmaterialen moeten inkopen.

    Niet zonder gevaar

    Alleen vergeten ze daarbij dat je als bouwheer een risico loopt als je een voorschot betaalt. Als de aannemer immers failliet gaat voor er werken zijn uitgevoerd, riskeer je je voorschot kwijt te zijn. Je zal dan namelijk aangifte van schuldvordering moeten doen in het faillissement. De kans dat je dan iets van het betaalde voorschot kan recupereren is klein.

    Onderhandelen

    Probeer dan ook met de aannemer te onderhandelen over het voorschot. Tracht hem te overtuigen dat je geen voorschot moet geven of tracht dat minstens zo beperkt mogelijk te houden. Kom je er bij het onderhandelen niet uit, dan heb je de keuze. Ofwel aanvaard je alsnog het gevraagde voorschot te betalen, ofwel ga je met een andere aannemer in zee.

    Een andere waarborg

    Je zou daarnaast ook een andere waarborg kunnen bieden aan de aannemer. Zo zou je bijvoorbeeld kunnen voorstellen te werken met een bankgarantie in plaats van met een voorschot, waarbij je bank de aannemer garandeert dat jij hem zal betalen. Vraag dan wel eerst aan je bankier of deze bereid is om zo’n waarborg af te leveren.

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

  • Kunnen je vrienden en familie je helpen op je werf?

    Je wil van het bouwverlof gebruik maken om een aantal verbouwingswerken te doen aan je huis. Je ouders, broers of zussen willen je daarbij komen helpen. In dat geval is het belangrijk er voor te zorgen dat je voldoende verzekerd bent.

    Het helpen op een bouwwerf is niet altijd zonder gevaar. Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand op een werf zich verbrandt, er materialen op hem vallen, enz.

    Aansprakelijk stellen

    De kans bestaat dat het slachtoffer van zo’n ongeval (zelfs al is dat een familielid) beweert dat jij aansprakelijk bent voor dat ongeval en dat je de schade moet betalen. Die schade kan gigantisch zijn zeker als er ook blijvende lichamelijke letsels zijn. In het slechtste geval riskeer je zelfs je ganse vermogen kwijt te raken.

    Neem een verzekering

    Om dit risico te vermijden sluit je maar beter een verzekering af die tussenkomt bij ongevallen op de werf. Zorg daarbij voor een zo ruim mogelijke dekking. Weet daarbij dat de ene polis de andere niet is. Een verschil in prijs van de premie kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan een andere dekking. Ook de franchise die je moet betalen kan verschillen.

    Niet iedereen mag helpen

    Hou er ook rekening mee dat niet iedereen je op je werf mag komen helpen. De overheid gaat er namelijk al snel vanuit dat je helpers in het zwart betaald worden. Een uitzondering geldt voor je echtgeno(o)t(e) en je bloed- en aanverwanten tot de tweede graad en soms voor familie in de derde en vierde graad. Vrienden mogen je dus niet zomaar komen helpen, ook al gaat het om een goede vriend.

    Leeft je familielid van een uitkering dan is het belangrijk dat die op voorhand informeert wat de gevolgen kunnen zijn van het gaan helpen op een werf op diens uitkering.

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

     

  • Zwembad: hoe je drama’s met jonge kinderen kan vermijden

    Elke zomer opnieuw verdrinken er onbeheerde kinderen in zwembaden wereldwijd. Bij Sudinfo kennen ze enkele tips om je zwembad zo veilig mogelijk te maken.

    In tegenstelling tot Frankrijk verplicht België geen veiligheidsmaatregelen voor zwembaden, of toch niet op nationaal vlak. Enkel gemeenten kunnen ze opleggen.

    Onze Franstalige collega’s van Sudinfo hebben Didier Delvigne geïnterviewd, de eigenaar van DC Piscines in Boignée, in het noorden van de provincie Namen. Hij raadt sterk aan om een beveiligingssysteem te installeren zodra je het zwembad koopt. “We installeren jaarlijks 200 zwembaden en 95% daarvan wordt direct met zo’n systeem verkocht”, bevestigt hij. Het gaat om rolluiken die zeer resistent zijn en vanop afstand bedienbaar. Er bestaan weliswaar andere oplossingen, zoals een barrière of een alarm, maar die laatste optie is niet altijd effectief.