Binnen enkele maanden start er een nieuwe speler op de Belgische telecom-markt. Het lijkt erop dat die zal uitpakken met een ‘agressieve’ prijzenpolitiek, zowel wat mobiele telefonie betreft als tv en internet thuis.
Glenn Carstens Peters
Digi, dat is de naam van het telecombedrijf van Roemeense origine dat zich opmaakt om de Belgische markt te betreden. Tot nu toe moesten consumenten het doen met Proximus, Orange-VOO en Base, en een reeks ‘low-cost’-alternatieven zoals Hey!, Scarlet en Youfone, of Telenet in Vlaanderen en in een aantal Brusselse gemeenten. Volgens onze collega’s van de Franstalige krant L’Écho zou Digi deze zomer zijn eerste aanbod kunnen lanceren met een lagekosten-positionering, ook al is de operator nog discreet over zijn doelgroep. Digi streeft naar een marktaandeel van 10% in ons land, een doel dat in Europa meestal na 2 of 3 jaar wordt bereikt door een vierde operator.
Op zijn Belgische website legt Digi uit dat het zich zowelricht op consumenten als professionals en bedrijven, met “eerlijke prijzen, het beste netwerk en uitzonderlijke klantenservice”. Drie diensten zullen vanaf het begin worden aangeboden: Digi Mobile (“mobiele telefonie gericht op eerlijkheid en flexibiliteit”), Digi Fiber (glasvezel voor “een stabiele, bliksemsnelle internetervaring thuis of op kantoor”) en Digi TV (een tv-aanbod met “een breed scala aan kanalen en content, van entertainment tot informatie, samengebracht op één handig platform”). Tot slot wijst de van oorsprong Roemeense operator erop dat het “een nationale roaming-overeenkomst heeft gesloten met Proximus” en dat het “bezig is met het verwerven van antennesites”. De kwaliteit van de infrastructuur van de belangrijkste Belgische operator zou de lancering en uitrol van Digi in ons land moeten vergemakkelijken.
Verrassing: gas- en elektriciteitsleverancier MEGA biedt sinds kort gsm-abonnementen met mobiele data aan.
Claudio Schwarz
Dat is goed nieuws voor degenen die gas en elektriciteit afnemen van MEGA. Zij kunnen al profiteren van een voordelig tarief op hun mobiele abonnement, mits zij een nieuw abonnement afsluiten bij de Luikse operator. Concreet zullen klanten van MEGA die hun gas- en elektriciteitscontract combineren met een mobiel telefoonabonnement een maandelijkse korting van €2 ontvangen. Het is echter niet verplicht om MEGA te kiezen als gas- en elektriciteitsleverancier om klant te worden en te profiteren van hun telecommunicatiedienst.
MEGA heeft besloten deze nieuwe aanbieding te verzorgen via het Orange-netwerk en met behulp van drie verschillende abonnementen: Spark, voor €12/maand, gericht op mensen die weinig belminuten (150) en sms’jes (150) nodig hebben, met 5 GB data; Flash, voor €17/maand, inclusief onbeperkt bellen en sms’en, met 15 GB data; en ten slotte Star, voor €27/maand, met onbeperkt bellen en sms’en, plus 60 GB mobiele data.
De nieuwe mobiele aanbieding is al beschikbaar. Inschrijven kan online via de website van MEGA.
Het is een vraag die veel Belgen bezighoudt: volstaat het om de thermostaattemperatuur te verlagen als je probeert energie te besparen? Laten we dat eens bekijken!
Allereerst moet je rekening houden met het feit dat het antwoord afhangt van de isolatie van je woning en ook van de temperatuur die je als optimaal beschouwt. Over het algemeen is het voldoende om de gevraagde temperatuur met één graad te verlagen om je energieverbruik met 7% te verminderen. Daarom werd tijdens de recente energiecrisis aanbevolen om niet hoger dan 19°C te verwarmen.
En bij afwezigheid?
In dezelfde lijn kun je je verwarming lager zetten wanneer je afwezig bent, bijvoorbeeld op 16°C. Voor meerdere dagen van afwezigheid kun je zelfs tot 14°C gaan. Door de verwarming niet volledig uit te schakelen tijdens je afwezigheid, voorkom je een te grote piekbelasting bij het weer inschakelen ervan. Als je afwezigheid echter enkele weken duurt, is het raadzaam om je radiatoren op de “vorstvrij” modus te zetten om te voorkomen dat je huis onder de 8°C daalt.
Volg het weerbericht!
Blijf op de hoogte van de weersvoorspelling van de dag. Als de dag mooi en milder lijkt te worden, kun je je centrale verwarming volledig uitschakelen voordat je deze eventueel ’s avonds weer inschakelt. Als het echter erg koud is, is het beter om je radiatoren aan te houden en gewoon je thermostaat een paar graden lager te zetten, dit alles om een piek in het energieverbruik bij het weer inschakelen te vermijden.
Verwaarloos het onderhoud van je ketel niet!
We herhalen het graag: het onderhouden van je centrale verwarmingssysteem, te beginnen met de ketel, is essentieel. Het wordt geschat dat 25% van de huishoudens dat feit verwaarlozen, wat hun energierekeningen met bijna 25% doet stijgen!
Tot slot, merk op dat hoewel elektrische radiatoren goedkoper zijn in aanschaf dan een conventioneel centraal verwarmingssysteem (gas, pellets, hout, stookolie of zelfs warmtepomp), hun verbruik in alle gevallen hoger zal zijn. Op de lange termijn is het dus beter om dit soort apparaten te vermijden.
Het Cauchiehuis, ooit de persoonlijke woning van architect Paul Cauchie, wordt beschouwd als een van de mooiste art nouveau-werken in het Brussels Gewest.
De architect en decorateur Paul Cauchie werd geboren in Ath in 1875. Op slechts 16-jarige leeftijd begon hij zijn architectuurstudies in Antwerpen. Later schreef hij zich in aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel, waar hij Caroline Voet ontmoette, ook wel bekend als “Lina”, die een van de eerste vrouwen was die werd toegelaten tot deze school. Beiden wonnen verschillende prijzen en Paul ontving in 1899 een beurs waarmee hij naar Italië kon reizen.
Lina en Paul trouwden in 1905 en besloten datzelfde jaar om een familiehuis van 330 m2 te laten bouwen, verdeeld over vier niveaus, op een perceel van slechts 6 meter breed dat Paul had gekocht in het bovenste deel van de Rue des Francs, vlak bij het Jubelpark. Met het oog op zijn bekendheid koos hij voor een gevel die hij ontwierp als een reclamebord. Deze trok natuurlijk de aandacht van voorbijgangers en toonde zijn vakmanschap. Een slimme zet!
Een gigantische restauratie!
Paul Cauchie overleed in 1952 en zijn vrouw bleef er wonen tot haar dood in 1969. Suzanne, het enige kind van het echtpaar, erfde het huis en verkocht het tien jaar later aan Guy en Léona Dessicy. Hoewel het gebouw destijds al als monument werd geclassificeerd, was het helaas slecht onderhouden en raakte het in de loop der jaren in verval. De nieuwe eigenaren begonnen daarom aan een restauratieproject dat bijna vijftien jaar in beslag nam! Het Dessicy-koppel besloot de oude keukenkelders om te bouwen tot een tentoonstellingsgalerij. De restauratie van het gebouw bracht de verschillende kunstwerken die het herbergt weer tot leven. De graffiti in de voorkamer op de begane grond, die in 1987 werden herontdekt, werden met grote zorg blootgelegd.
En vandaag?
Vanaf 1994 opent het Cauchiehuis zijn deuren voor het grote publiek en verwelkomt het bezoekers die geïnteresseerd zijn in Art Nouveau, maar ook in erfgoed in het algemeen. Een vzw werd zelfs opgericht om zich in te zetten voor het behoud, de promotie, het behoud en de waardering van dit opmerkelijke huis. Sinds 2022 behoort het Cauchiehuis toe aan CDA Verzekeringen.
Dankzij intelligent glas kunnen ramen binnenkort ook hun steentje bijdragen aan het verlagen van ons energieverbruik en het verkleinen van onze koolstofvoetafdruk.
Europa is koploper op het vlak van onderzoek naar intelligent glas. Het ‘Brightlands Materials Center’-project, een samenwerking tussen TNO Glass Group en de Nederlandse provincie Limburg, krijgt geleidelijk aan vorm. In de provincie is net een productielijn voor intelligent glas ingehuldigd. Concreet gaat het om glas met daarop een transparante ‘thermochrome‘ coating, ontwikkeld door TNO, die boven een bepaalde temperatuur automatisch overschakelt van een toestand waarbij het zonnewarmte doorlaat naar een toestand waarbij het zonnewarmte tegenhoudt.
Deze revolutionaire coating belet dat de warmte van de zon in de zomer zomaar kan binnendringen in gebouwen, maar laat de warmte in de winter wel door. Op die manier helpen de ramen het energieverbruik en daarmee ook de kosten voor verwarming en airco te verlagen. Met de proefproductielijn wil TNO de ontwikkeling van dit ‘2.0-glas’ versnellen om de toepassing van intelligente ‘thermochrome’ ramen in verschillende soorten gebouwen te testen.
Het zit hem in de coating
Het materiaal dat gebruikt wordt om het glas van deze ‘superramen’ te coaten, wordt ’thermochroom’ genoemd. Deze coating kan zijn optische eigenschappen aanpassen aan de omgevingstemperatuur. Bij ongeveer 20°C verandert de transparantie van het glas, waardoor de weerkaatsing van infraroodstralen wordt beïnvloed. Dit optimaliseert het raam om zoveel mogelijk energie te besparen en toch perfect transparant te blijven. De omschakeling gebeurt volledig autonoom door de coating op het glas. Dat betekent ook dat het in om het even welk raamkader kan worden toegepast, zonder speciale installatievereisten. Laboratoriumtesten hebben aangetoond dat het gebruik van deze coating kan leiden tot een lager energieverbruik dan met conventioneel glas. Berekeningen schatten de besparing op ongeveer €500 en 400 kg CO2-uitstoot per gemiddeld huishouden per jaar! Een gemiddeld huishouden zou zijn investering dus in vijf tot zeven jaar moeten kunnen terugverdienen.
Volgens onze collega’s van de krant L’Echo neemt het belang van de EPB voor de waarde van het vastgoed in ons land alleen maar toe, en vooral sinds de energiecrisis.
Voor woningen die in de afgelopen 12 maanden te koop zijn aangeboden, stellen we vast dat het niveau van de energieprestatie gemeten aan de hand van het EPB-certificaat een aanzienlijke impact heeft op de verkoopprijs van woningen. Deze trend werd gekwantificeerd door het effect van de EPB-score op de huizenprijzen te isoleren en op basis van een standaard referentiewoning bestaande uit een appartement van 95 m² of een woning van 150 m². De vergelijking wordt dan gemaakt met panden die in alle opzichten vergelijkbaar zijn, met uitzondering van hun EPB. Dit maakt het mogelijk om criteria zoals de algemene staat of de ouderdom van het gebouw, die vaak een sterke invloed hebben op de waarde van het onroerend goed, uit te sluiten.
Uit deze aanpak is gebleken dat een woning met een EPB A in Wallonië (d.w.z. het best mogelijke niveau van energieprestatie) bijna 60.000 euro meer kost dan dezelfde woning met een EPB G! Dit verschil is minder groot voor appartementen, waar de koper 44.056 euro meer moet betalen om een EPB A te verwerven in vergelijking met een EPB G.
En Vlaanderen en Brussel?
In het Brussels Gewest is de situatie heel anders. In feite had slechts 1% van de huizen die in de afgelopen 12 maanden te koop werden aangeboden een A- of B-score. Wat de appartementen betreft, had slechts 1% van de te koop aangeboden appartementen een A-label. Dat is te wijten aanhet feit dat Brussel een striktere energieprestatieschaal heeft dan in de andere twee gewesten en dat het Brusselse woningpark voornamelijk uit appartementen bestaat. L’Écho legt echter uit dat een woning met een EPB C voor 25.921 euro meer wordt verkocht dan dezelfde woning met een EPB G in de hoofdstad. Wat appartementen betreft, is er een verschil van € 36.294 tussen een EPB B en een EPB G.
In het Vlaams Gewest wordt een woning met een EPB A verkocht voor 69.241 euro meer dan wanneer het een EPB F zou hebben (noteer dat EPB G niet bestaat in Vlaanderen). Wat de appartementen betreft, is het prijsverschil kleiner, maar bedraagt het nog steeds 49.551 euro tussen EPB A en F.
Het zijn niet alleen bedrijven die worden opgelicht door fraudeurs die de betaling van valse facturen eisen. Ook particulieren en mede-eigenaars kunnen het slachtoffer worden!
Het aantal gevallen van mede-eigenaars die energieoverzichten per post ontvangen en deze betalen op een rekening waarvan zij denken dat deze die van hun mede-eigendom is, vermenigvuldigt zich. Als u eigenaar bent van een woning in een gebouw, kunnen we u alleen maar aanraden om bijzonder waakzaam te zijn!
Trucen van de foor
Om contact op te nemen met hun toekomstige slachtoffers, kiezen fraudeurs ervoor om echte rekeningen uit het postcircuit te halen. Vervolgens wijzigen ze ofwel het rekeningnummer van de syndicus door het document te scannen en vervolgens te bewerken met software zoals Photoshop, of ze voegen een document toe aan het betalingsverzoek, wat aangeeft dat de rekening van de begunstigde is gewijzigd. De mede-eigenaar die niet oplet, betaalt de rekening en trapt er dus in… Deze som geld is verloren en zal dus opnieuw moeten worden betaald aan de juiste of echte syndicus
De juiste reflexen aannemen
In dit verband raden wij u aan het advies van de FOD Economie op te volgen. Het eerste wat u moet doen, is natuurlijk het rekeningnummer vergelijken dat vermeld staat op de vorige facturen die door uw mede-eigendom zijn verzonden. Vraag bij twijfeluw syndicus om de wijziging in de bankrekening te bevestigen. Deze laatste voert dergelijke wijzigingen niet door zonder u hiervan op de hoogte te stellen! Wees in het algemeen ook uiterst voorzichtig wanneer er specifieke aanwijzingen zijn voor een wijziging van het bankrekeningnummer, vooral als dit niet eerder op een algemene vergadering is besproken. Ten slotte kunt u ook het e-mailadres van de afzender controleren wanneer de factuur elektronisch naar u wordt verzonden.
Bent u het slachtoffer van dergelijke fraude? Wat te doen?
Over het algemeen wordt de zwendel pas laat ontdekt, zodra de mede-eigendom een eerste herinnering of zelfs een formele kennisgeving stuurt. Als dit het geval is, neem dan contact op met uw bank en de bank van de fraudeur en leg de situatie uit. Het doel is natuurlijk om te proberen uw geld terug te krijgen. In de praktijk zal uw bank de terugbetaling van het betaalde bedrag vragen door de frauduleuze transactie te betwisten. Maar wees niet te optimistisch. Het is inderdaad vaak te laat om de begunstigde bank of de oplichters te identificeren, die de gecrediteerde rekening hebben leeggehaald en gesloten. Vraag de syndicus ook om contact op te nemen met de bank die de betaling heeft ontvangen en om een onderzoek te vragen. Een proces dat echter vaak lang en moeizaam blijkt te zijn…
Wil je meer weten over dit actuele onderwerp? Bekijk dan dit artikel geschreven door onze partner syndicuskiezen.be.
Volgens ICIS Consulting, een expert en waarnemer van de wereldwijde energiemarkt, zullen de gasprijzen in 2024 naar verwachting dalen. Lees mee waarom.
Myko M
De huidige daling van de gasprijzen komt volgens ICIS Consulting in een context die onzeker blijft, met name vanwege “zorgen over de aanvoer van vloeibaar aardgas via de Rode Zee”. De Jemenitische Houthi-rebellenbeweging, gesteund door Teheran, heeft inderdaad een reeks aanvallen uitgevoerd die veel schepen ertoe hebben aangezet dit deel van de wereld te vermijden, waaronder de Straat van Bab el-Mandeb die als een risicogebied wordt beschouwd. Ongeveer 10 procent van de maritieme handel in de wereld, 12 procent van de olie die per schip wordt verhandeld en 8 procent van ’s werelds vloeibaar aardgas gaat echter door de Rode Zee.
Ondanks deze problemen zijn de gasprijzen in Europa niet gestegen. Uiteindelijk gaat slechts 5% van de aanvoer van ons continent door dit gebied. Qatar is de enige grote leverancier die LNG via de Straat van Bab el-Mandeb naar Europa vervoert. De rest van het LNG dat in onze regio wordt verbruikt, komt via de Atlantische Oceaan vanuit de Verenigde Staten aan. Volgens ICIS Consulting zou de gasprijs in 2024 verder kunnen dalen, aangezien de vraag in Europa structureel zwak blijft. Dit is voldoende om een neerwaartse druk op de gasprijzen uit te oefenen.
Met de opkomst van de elektrische auto in ons land neemt ook het aantal aanvragen voor de plaatsing van laadpalen in gebouwen toe. Alleen is het verre van eenvoudig voor mede-eigendommen en heeft de overheid hier niet echt op geanticipeerd…
chuttersnap
Langzaam maar zeker stapt de Belg over op elektrisch rijden. Zoals we allemaal weten, zullen er in 2035 in Europa geen nieuwe auto’s met verbrandingsmotor meer verkocht mogen worden, en het Brussels Gewest is zelfs al van plan om voertuigen met dieselmotor te weren vanaf 2030. Voertuigen met benzinemotor volgen 5 jaar later. Het is dus logisch dat appartementsgebouwen zich organiseren om te anticiperen op de komst van deze nieuwe voertuigen, of gewoon om ze vandaag al een plek te kunnen geven. En dat betekent maatregelen nemen en afspraken maken rond een aantal punten.
Welke soort?
Op dit moment vind je op de markt verschillende oplossingen om elektrische auto’s op te laden: private laadpunten (elke mede-eigenaar installeert zijn eigen station en sluit het aan op zijn eigen meter), private laadpunten die aangesloten zijn op een gemeenschappelijke meter, of gedeelde laadpunten die ook aangesloten zijn op de meter van het mede-eigendom. Om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst, raden we aan om in onderling overleg te werk te gaan.
Naarmate het aantal aansluitingen in appartementsgebouwen toeneemt, neemt ook het risico op overbelasting of zelfs stroomuitval toe. Het zal dan nodig zijn om de elektrische aansluiting van het gebouw op het stroomnet te versterken. Je denkt dan ook best van in het begin na over dit aspect om zo te investeren in een aanpasbaar, betrouwbaar systeem. In Brussel is de vraag al beantwoord: als het gebouw meer dan drie appartementen en drie parkeerplaatsen of garages bevat, moet de installatie van oplaadpunten collectief worden aangepakt.
Welk vermogen?
Ook hier bestaan er verschillende oplossingen: een bestaand stopcontact en een verlengsnoer gebruiken, een laadpunt installeren dat wisselstroom levert of kiezen voor een snellaadpaal die gelijkstroom levert. Alles hangt af van het aantal laadpunten dat gepland is, maar ook van de kwaliteit van de elektrische installatie van het gebouw. Het is aan de syndicus, de vereniging van mede-eigenaars of de verhuurder om samen met de bewoners de behoeften te bepalen en vervolgens de beste configuratie te kiezen. Aarzel niet om je netwerkbeheerder om deskundig advies te vragen.
Wat zegt de wet?
Bij een individueel geplaatst laadpunt geeft de wet op mede-eigendom het recht om kabels en leidingen te leggen in gemeenschappelijke ruimten, zij het onder bepaalde voorwaarden en als dat de betrokken bewoner zelf instaat voor de kosten. Uiteraard moet de syndicus of vereniging van mede-eigenaars twee maanden op voorhand op de hoogte gebracht worden van de plannen. De aanvraag wordt ter stemming voorgelegd op de algemene vergadering.
In het geval van gedeelde voorzieningen moet de syndicus een dossier samenstellen dat besproken wordt op de algemene vergadering. Net als bij een privaat laadpunt is een tweederde meerderheid vereist. Als het voorstel wordt goedgekeurd, worden de installatiekosten verdeeld onder de mede-eigenaars op basis van hun aandeel in het gebouw. De gebruikskosten worden gedragen door zij die opladen. Bij meningsverschillen kan de zaak worden voorgelegd aan de vrederechter.
Laadpalen binnenkort verplicht?
Het is geen geheim dat de Europese overheden de overstap naar elektrisch rijden willen versnellen. In 2018 werd een richtlijn goedgekeurd die de installatie van laadpunten in bepaalde residentiële en niet-residentiële gebouwen verplicht maakt. Dit werd vervolgens in lokale regels gegoten door de drie gewesten van het land in 2020 en 2021.
In Wallonië gelden de verplichtingen momenteel alleen voor nieuwe residentiële gebouwen of gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan.
In Brussel geldt dezelfde regel, maar deze zal worden aangescherpt op 1 januari 2025. Nieuwe, gerenoveerde en bestaande appartementsgebouwen zullen verplicht zijn om elke residentiële parkeerplaats uit te rusten met een oplaadpunt als de bewoner aangeeft dat hij of zij een elektrische auto bezit.
Tot slot worden in Vlaanderen een reeks verplichtingen rond oplaadinfrastructuur voor elektrische auto’s in gebouwen en bijbehorende parkeergarages van kracht voor aanvragen voor omgevingsvergunningen die sinds 11 maart 2021 werden ingediend. Naargelang het gaat om een nieuw residentieel of niet-residentieel gebouw, een parking of een renovatieproject, en afhankelijk van het aantal parkeerplaatsen, moeten verschillende regels worden nageleefd voor laadpunten en voorbereidende werken aan leidingen en kabels.
Dit zijn allemaal parameters waarmee rekening gehouden moet worden en het is niet verwonderlijk dat ze de plannen van de meeste appartementsgebouwen in ons land bemoeilijken, en dat terwijl openbare instanties niet op deze trend hebben geanticipeerd. Sindici wachten bijvoorbeeld nog steeds op een besluit over brandvoorschriften voor elektrische auto’s in gebouwen. Maar daar zal de komende maanden waarschijnlijk verandering in komen, gezien de druk die op de lokale overheden wordt uitgeoefend…
Aarzel niet om de complete gids van onze partner te bekijken om alles te weten te komen over laadpalen in mede-eigendommen: www.syndicuskiezen.be.
Een duurzaam gemeenschapsgebouw van 72 m2 zorgde voor ophef in de Deense hoofdstad. Het is het eerste CO2-arme betonnen gebouw dat in 3D is geprint.
Wat nu bijna sciencefiction is, zou over een paar jaar wel eens de norm kunnen worden. In samenwerking met de Deense groep 3DCP heeft vastgoedontwikkelaar AKF een enorme 3D-printer laten bouwen voor de bouw van een gemeenschapsgebouw van 72 m2 aan de rand van Kopenhagen.
Een serieuze stap voorwaarts voor duurzaam bouwen. “3D-printen is een adaptief bouwproces waarbij materiaal alleen wordt toegevoegd waar het nodig is”, legt de ontwikkelaar uit in een verklaring. “Dit vermindert het verbruik van hulpbronnen en biedt tegelijkertijd aanzienlijke milieu- en economische voordelen en een grotere architecturale vrijheid”, zei hij.
Om de ecologische voetafdruk verder te verkleinen, werd het gebouw geprint met koolstofarm cement, dat een 30% lagere koolstofvoetafdruk heeft dan conventioneel cement.
