Auteur: mila

  • Mila: “Kaarsen en varens: een hippe decoratietrend met een knipoog!”

    Op vakantie kan ik het niet laten om allerlei schatten te verzamelden, net als toen ik 5 jaar oud was. Schelpen, stenen, dennenappels… het krijgt allemaal een plaatsje in mijn valies wanneer ik terug naar huis ga. Goedkope souvenirs hoor ik je zeggen. Zeker, maar ook zo kostbaar!

    Elegant candles and fern arrangement creating a calming atmosphere , ambiance, elegant, candles, fern, arrangement

    Ik kom net terug van vakantie in Bretagne. En deze keer bracht ik wat varenbladeren mee. Rechtstreeks uit het bos van Brocéliande. Ze zijn sowieso magisch. Boordevol kracht van de druïden. Je houdt  nu eenmaal van de verhalen of niet.

    Mijn idee? Kaarsen aankleden met varens, die zo’n mooie grafische lijnen hebben. Een subtiele manier om de vreugde van de vakantiedagen door te laten lopen tot in de herfst en winter.

    Eerste stap: de bladeren drogen

    Het kan niet simpeler: stop elke varen tussen twee vellen papier en leg ze onder een stapel boeken. Je moet wel geduld hebben: je wacht best 15 dagen voor een optimaal resultaat.

    Tweede stap: de kaarsen

    Ik kocht een paar grote witte kaarsen. Beide cilindrisch maar wel in verschillende hoogtes. Ik koos de mooiste varens uit, verwijderde wat stukken en kortte wat blaadjes in. Ik was er klaar voor.

    En dan: alleen nog maar genieten!

    Het vervolg is zo makkelijk om te doen dat je er meteen blij van wordt. Neem een aansteker en ga met de vlam voorzichtig over het oppervlak van de was. Beweeg meerdere keren op en neer. De was moet een beetje zacht zijn, maar natuurlijk niet lopend.

    Als de varen eenmaal op het oppervlak gelegd is, verplaats hem dan niet meer. Tik zachtjes op elk blaadje van de varen om het in de was te drukken en voorzichtig aan de kaars te plakken. Het is zo gebeurd. Als het echter niet overal gemakkelijk blijft plakken, verwarm je de was gewoon opnieuw.

    Je kan natuurlijk hetzelfde doen met kleine gedroogde bloemen. Om te zorgen voor wat afwisseling. Ik kan niet wachten om mijn eerste souvenirkaars aan te steken! Ik twijfel er niet aan dat hij de kamer zal vullen met gezellige herinneringen aan de Bretoense zomer.

  • Mila: “Heb je wat tijd vrij? Maak een scoubidou-meubel!”

    Mijn vriendin Coralie is begonnen met scoubidou-objecten te maken. Ik vind het leuk. Het heeft een retro-kantje dat ik geweldig vind. Het is kleurig, spetterend, flashy en heel feestelijk. En als ik zie wat ze weet te creëren, ben ik verbluft!

     
     
     
     
     
    Voir cette publication sur Instagram
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     

    Une publication partagée par Leila lajarge (@vintagecorner63)

    Scoubidous zijn nooit echt mijn ding geweest. Ik heb in de jaren ’80 wel een paar creaties proberen te maken met de vier plastic koordjes, maar die waren nooit erg succesvol. Ik vond die holle plastic draden te stijf en vlocht ze liever.

    Maar het is juist die stugheid die Coralie mooi vindt. De degelijkheid van de scoubidou, om het anders te zeggen. Met deze plastic draden maakt ze prachtige alledaagse accessoires: stoelen, placemats, tafeltjes, vazen

    Onlangs maakte ze van het zonnige weer gebruik om de zitting en rugleuning van een metalen stoel te maken met haar grote fluorescerende oranje en warm roze scoubidou-draden. Ze had enkel schaar nodig, dat was alles.

    Ik keek toe hoe ze het deed. Rustig bouwde ze de inventieve zitting op door de draden te vlechten. Het geheim van haar geslaagde werk? De spanning die op de draad wordt uitgeoefend. Die moet constant en sterk zijn!

    Dus had ze de metalen stoel kaal gestript. Alles wat overbleef was het glanzende frame. De metalen spijlen dienden als weefpatroon: ze weefde kruislings door de draden diagonaal te laten lopen. Ze weefde met haar roze draad en ging gewoon heen en weer met dezelfde draad. Ze nam de tijd om de draden strak tegen elkaar aan te drukken, zodat er nauwelijks ruimte tussen zat.

    Toen ze klaar was met met de roze draad, ging ze verder met de oranje. Ze deed exact hetzelfde, maar dan in de andere richting. Op die manier kruiste de oranje draad de roze draad loodrecht. Deze stap was natuurlijk moeilijker. Telkens moest ze het uiteinde van haar oranje draad tussen de roze draden door halen. Over en onder. Strak trekken en bij elke passage de draden tegen elkaar aandrukken om ze perfect met elkaar te vervlechten. Weven in een kruispatroon dus.

    Om de draad te verwisselen (wegens opgebruikt of bij verandering van kleur), legde ze strakke knopen aan de uiteinden van elke draad. Meer was het niet.

    Toen ik deze stoelzitting zag, was ik verbaasd. Je kon alleen maar een tweekleurige ‘stof’ zien. Origineel en vrolijk: dat waren de woorden die bij me opkwamen.

    Ik liet haar haar gang gaan zonder mij: ik haat het zelf als mensen me op mijn vingers zitten te kijken. Het goede nieuws: ze nodigde me uit om mijn eigen veelkleurige placemat te maken. Vlechtwerk in scoubidou-stijl. Zo spannend.

    Ik heb me laten vertellen dat je, afhankelijk van het vlechtwerk, eenvoudige of complexe ontwerpen kunt maken. Maar ik hou het op eenvoudig. En het wordt al geweldig!

  • Mila: “Zwart is trendy, maar ik heb zo mijn twijfels…”

    Deze zomer plofte ik mijn valiezen neer in meerdere hotelkamers en stelde meer dan eens vast dat zwart helemaal in is. Badkamers en zwembaden kregen een zwart tintje. En dan heb ik het niet over de tegels, noch over de muren of de decoratie.

    Modern dark kitchen and dinning room interior with furniture and kitchenware, grey, black and dark wood kitchen interior background, luxury kitchen, 3d rendering

    Vandaag de dag zijn kranen, pompbakken, douches en baden zwart. Zelfs het toilet! En zwembaden ook. Esthetisch gezien moet ik toegeven dat ik wel van deze stijl hou. Het zorgt voor een modern, industrieel tintje. Elegant en stijlvol. En in combinatie met het hout en de oude stenen is het de max.

    Terwijl roestvrij staal alle vingerafdrukken toont, hoef je je met zwart metaal (en al zeker als het mat is!) helemaal geen zorgen te maken over vlekken. Een leuk extraatje. Het is prettig om je badkameraccessoires niet na elk gebruik te hoeven schrobben. In tegenstelling tot verchroomd roestvrij staal is de coating op zwarte kranen ook beter bestand tegen krassen. Interessant dus…

    Wat me echter een beetje stoort in de badkamer is dat het er altijd schoon ‘uitziet’. En dan heb ik het vooral over toiletten. Vuil zien is niet leuk, daar ben ik het mee eens. Maar het niet zien als het er wel is, is niet erg hygiënisch. Daardoor krijg je zonder twijfel de neiging om schoonmaken uit te stellen. Zo zie ik het tenminste.

    Ik heb ook een zwart zwembad getest. De matzwarte kuip was heel chique. De zwarte kleur reflecteerde de omgeving als een spiegel: heel mooi. De reflecties op het water waren natuurlijker dan die van ‘blauwe’ zwembaden. En een detail dat belangrijk genoeg is om te vermelden: omdat het zwart de zon aantrekt, warmt het water ook sneller op. Leuk!

    Maar wat me stoorde aan het zwembad was hetzelfde als in de badkamer: het ‘leek’ de altijd perfect schoon. Het water ziet er kristalhelder uit, maar is dat ook echt zo? De algen op de wanden vallen minder op, net als het vuil op de bodem van het zwembad. Insecten die verdrinken zijn ook niet goed te zien. Gemengde gevoelens dus.

    En vooral, al vermoed ik dat je met me zal lachten: ik vond het niet zo geweldig om in dit zwarte zwembad te zwemmen. Ik zie graag wat er onder mij gebeurt, maar de bodem van zo’n zwembad zie je niet. De kans dat er een haai uit de donkere diepten van het zwembad springt om me op te eten, is dus reëel. En dus ben ik geen fan. Paniek angst. Je kan toch niet veranderen wie je bent?

    Ik wil zwart. Maar dan wel gewoon enkele accenten.

  • Mila: “Van klimop afgeraken? Ik heb mijn eigen methode!”

    Klimop op een gevel? Ik vind het geweldig. Het zorgt voor wat extra cachet. Elegantie. Stijl. Het maakt niet uit bij welk gebouw. Ik liet de klimop in mijn tuin dan ook naar hartenlust op mijn buitenmuren klimmen. Ik was van plan om hem te snoeien wanneer hij te overweldigend zou worden. Maar mijn snoeischaar kon het beest niet temmen…

    house plant
    nameless photos

    Deze zomer moest ik een paar vierkante meter klimop weghalen om te voorkomen dat hij te dicht bij het huis zou komen en de muren zou beschadigen. Het was geen gemakkelijke klus. Klimop klampt zich met kleine verankeringsworteltjes vast aan elke houvast die het vindt. En het verwijderen van deze wortels, die de plant stevig aan de muur vasthechten, is een titanenwerkje.

    Ik begon met alles wat geknipt en uitgetrokken moest worden. Voorzichtig maar doortastend. Er verscheen een gigantische duizendpoot op het oppervlak van de muur. Ik haalde de hogedrukreiniger tevoorschijn en veranderde in Rambo! Door de muur nat te maken, zwellen de wortels op en worden ze wat zachter. Ik liet op die manier alles verdwijnen wat ik kon.

    Ik weet dat de wortels behandelen met zoutzuur ook kan helpen: het lost ook de coating op de muur op, en dus komen de wortels makkelijker los. Maar ik heb geprobeerd om de klus zonder zoutzuur te klaren. Sommige mensen raden ook aan om een heteluchtpistool of gasbrander te gebruiken om de wortels af te branden. Maar dan moet je er wel zeker van zijn dat de gevel stevig en brandveilig is. Isolatielagen of andere brandbare materialen die onder de verf verborgen zitten, zouden wel eens de gevelbekleding kunnen doen ontvlammen, bijvoorbeeld. Ik ben niet roekeloos (of handig) genoeg om deze techniek te gebruiken.

    Na de Kärcher gebruikte ik een staalborstel. Maar het was te omslachtig om met de hand te doen. Ik gebruikte de boormachine om de staalborstel beter zijn werk te laten doen. Het is een magische tool: hoewel het wel schade aan de muur veroorzaakt, helpt het echt. Binnen 30 minuten had ik de meeste wortelsporen verwijderd.

    Een plamuurmes met rechte, puntige metalen rand hielp me om de kleine ruwe plekjes hier en daar weg te schrapen. Ik borstelde de muur vervolgens met een krachtig schoonmaakmiddel om hem tot slot af te spoelen met een tuinslang: deze reinigingsfase maakte het werk af.

    Ik moet alleen nog de pleister op de muur repareren en een laag witte verf aanbrengen als alles is opgedroogd en het een paar dagen achter elkaar mooi weer is.

    Kortom: ik heb de klus geklaard. En ik ben best tevreden.

    Maar ik moet toegeven dat mijn methode niet zou hebben gewerkt voor de hele gevel van mijn huis. Voor zo’n groot oppervlak (en muren die ‘kostbaarder’ zijn dan die in mijn tuin) had ik een gespecialiseerd bedrijf moeten inschakelen met een zandstraler die overal geraakt!

  • Mila: “Natuurlijke trucjes om spinnen op afstand te houden?”

    Onlangs maakte de man van mijn leven mij plots wakker: “Niet bewegen, er zit een enorme spin op je”. Ik bewoog zelfs geen millimeter, en antwoordde dat hij de spin met rust moest laten. Maar dat werd beantwoord met twee slagen van slippers tegen de muur. Mijn vriend met acht poten was niet meer…

    Eviter les araignées dans la maison
    Pixabay

    Dat maakte me kwaad. We maakten ruzie. Ik begrijp die mensen niet die huiveren van gewone huisspinnen. En nog minder mensen die ze met voldoening en opluchting verpletteren. Hij begrijpt mensen niet die geen koude rillingen krijgen van spinnen. En nog minder de mensen die ze redden in plaats van ze op te ruimen.

    Als ik een spin eerder zie dan hij, plan ik de ontsnappingsroute. Glas, papier, tuin (of garage of kelder). Maar al te vaak ben ik te laat en vind ik alleen het bij elkaar geschraapte lijk van het arme insect.

    Ik heb hem verteld (en nog eens herhaald) dat spinnen nuttig zijn in huis. Dat ze zelfs zorgen voor een gezond huis. En dat ze insecten verdelgen (muggen, vliegen, bedwantsen, vlooien…). Maar zelfs dat bracht zijn hart van steen niet aan het wankelen.

    En dus vertelde ik hem over natuurlijke afweermiddelen tegen spinnen: maak kettingen van citrusschillen, tomatenbladeren of munt en hang die in de hoeken van kamers, of leg stukjes cederschors in lades of kasten. En leg kastanjes langs vensterbanken of spuit een mengsel van witte azijn en warm water langs deuren en ramen. Al deze geuren houden spinnen uit onze huizen.

    Hij lachte. De valsaard.

    Ik hoop dat de volgende keer dat hij een spin plet, het een grote walgelijke vlek op zijn muren achterlaat. Of beter nog. Ik hoop dat hij de volgende winternacht één van hun soortgenoten inslikt.

    Ik sta altijd aan de kant van de underdog. Hoe harig ook. Zo weet je dat ook!

  • Mila: “Zin om te zonnen in een mini-zwembad? Ontdek deze verrassende oplossing!”

    Een paar dagen in het zuiden, dat doet deugd. Gegarandeerd zon, overal. Op onze vijfsterrencamping hadden we het gevoel dat de krekels enkel voor ons zongen! Maar het is niet daarover dat ik het met je wilde hebben. Nee. Ik wilde je vertellen over wat ik bij de buren had gezien. Niet dat ik graag over bloeiende hagen en hibiscusstruiken gluur natuurlijk… Maar als je kampeert, gaat het er soms wat losser aan toe. Dus…

    De dame die in de camper naast ons verbleef, had een opblaasbare matras op haar staanplaats neergezet die ik nog nooit eerder had gezien. Een opblaasbare ligzetel die in een opblaasbaar zwembad met water was ingebouwd. Ze bracht haar tijd daar door, liggend in de zon met een boek in haar hand en haar billen in het water.

    Ik moet toegeven dat de kinderen er erg om moesten lachen. En het was moeilijk om ze te laten stoppen met giechelen. Net een kinderbadje voor volwassenen.

    Maar het biedt zeker voordelen. Je hoeft niet op zoek naar een ligstoel bij het zwembad. Je hebt geen last van de plots opspetterend water en het rumoer van aan het zwembad in de zomer. En je hoeft je ook niet af te vragen wie zijn pleister is kwijtgeraakt in het zwembad.

    Rust en kalmte, verfrissing en proper water… helemaal voor jou alleen.

    Bovendien nam haar zwembadbed maar heel weinig ruimte in: het zou zelfs op een terras of een groot balkon kunnen gebruikt worden (wat ik beter zou hebben begrepen!). Een pomp om de matras op te blazen, een waterkraan niet te ver weg en je bent klaar om thuis af te koelen. Maar ik vond het vreemd om voor deze optie te kiezen als je naar een vakantiebestemming gaat met meerdere stranden en waterplassen.

    Hoe graag ik ook tijd bespaar in het leven en twee vliegen in één klap sla, het concept van het zonnebad is niet meteen iets voor mij. Ik zwem graag en droog me daarna af in de zon. Het zwembad. Dan de ligstoel. Maar niet allebei tegelijk… Ik ben niet zo enthousiast over het idee om mijn zachte billen en voeten een hele middag onder water te laten om een boek te lezen.

    Voor ons zal het altijd de camping blijven waar “de buurvrouw altijd in haar kinderbadje zat”.

    Maar toch, als het wel iets voor jou is, kan je op internet gemakkelijk zulke zwembaden met ingebouwde matrassen of kussens vinden. Ik heb een beetje onderzoek gedaan: misschien was onze buurvrouw op de camping gewoon een beetje meer mee met de hype dan wij!

  • Mila: “Een nieuw DIY-idee voor je inrichting: personaliseer hout met een pyrograaf!”

    Een pyrograaf, ken je dat? Voor mij roept het een beeld op van een speelgoedversie die ik kreeg als kind. Voor Sinterklaas. Ik herinner het me als gisteren. Enkele broodplankjes, twee servetringen, een plankje en een eierdopje in blank hout, mooi gerangschikt in een grote rood-blauwe doos. En een pyrograaf natuurlijk. Een soort grote zwarte pen om mooie tekeningen mee te maken op objecten.

    Dat was in elk geval de theorie. Want in de praktijk bereikte ik niets. Soms bleef ik te lang op één plek, waardoor ik het zachte hout letterlijk verbrandde. Soms gleed ik ui, zonder mogelijkheid om mijn fout recht te zetten.

    Voor mij geen vrolijke ervaring: als iemand die graag ‘een goed resultaat’ wil, irriteerde het me meer dan wat dan ook. En dus stopten mijn pogingen tot pyrografie. En tot vorige week had ik nooit gedacht dat ik ooit nog terug interesse zou kunnen krijgen. Maar zeg nooit nooit…

    Ik viel in zwijm (ja! echt!) voor het werk van een onbekende. Haar idee? Om een omheining te maken van een paar oude pallets waarop ze plantmotieven had gegraveerd met behulp van een pyrografische pen. En zo te zien deed ze het intelligenter dan ik destijds.

    De tekeningen werden eerst met gewoon potlood getekend. Sommige delen werden met een sjabloon aangebracht, andere uit de vrije hand. Zo krijg je een algemeen idee en kan je eventuele fouten rechtzetten.

    Ten tweede vind ik de keuze voor bloemmotieven een slimme manier om met de techniek te beginnen: als je pyrograaf de mist in gaat, kan je altijd nog een extra blaadje, bloemblaadje of steeltje improviseren. Dat geeft een geruststellend scala aan mogelijkheden.

    Tot slot zegt ze dat ze verticaal werkte en de pallet als ezel gebruikte. Ik denk dat dat het makkelijker maakt om de pyrografische stift te gebruiken. Als je op een vlakke ondergrond werkt, heb je de neiging om het pyrografiegereedschap dieper in het hout te laten graven. Waarschijnlijk druk je dan iets harder.

    Als je de pyrograaf daarentegen als een verfkwast vasthoudt, kan je meer of minder donkere ‘gebrande’ tinten maken, op sommige plekken lichtere lijnen trekken en op andere weer dikkere. Sommige vlakken kan je zelfs ‘kleuren’ (of ‘vullen’), zoals de binnenkant van een tak of de buik van een vogel.

    Finesse, raffinement, elegantie en poëzie,… het kwam overal in terug! 

    Om ervoor te zorgen dat het werk ook voor langere tijd mooi blijft en dat de palletten bestand zijn tegen de weerselementen, moet je het hout natuurlijk behandelen met een beschermende olie.

    Ik denk erover om het ook nog eens te proberen. Mijn idee? Misschien een hoofdeinde graveren. Of een deur in huis. Of een ladekast. Vanbinnen voel ik me misschien nog altijd 10 jaar oud, maar dan wel met de nodige jaren ervaring: deze keer ben ik als pyrograaf de baas!

  • Mila: “Zet je oude ladekast niet aan de deur! Dit zijn mijn upcycling-ideeën.”

    De meeste mensen gaan naar het containerpark om spullen weg te gooien. Maar ik, ik breng telkens spullen mee! Ik kan het niet laten en vind er altijd wel iets.

    Ik vind immers dat mensen veel te snel alles weggooien. Ze vergeten al te vaak dat ‘niets verloren gaat, en alles getransformeerd kan worden’: de enige wetenschappelijke bevinding die ooit echt een snaar heeft geraakt in mijn dromerige doe-het-zelf-hart!

    Deze keer zag ik een kleine ladekast waarvan alle laden nog heel waren. Ik vroeg de containerparkmedewerker om me te helpen de ladefronten te verwijderen. Meer wilde ik niet meenemen. Mijn glimlach, het zachte weer en het feit dat het niet zo’n drukke dag was, werkten in mijn voordeel: hij wilde me een (sterk) handje helpen.

    En dus ging ik huiswaarts met mijn drie ladefronten. Ik begon met één van de twee kleine handgrepen uit elke lade te verwijderen en maakte alles schoon. Natuurlijk vulde ik de gaten op die waren achtergebleven door het verwijderde handvat en schuurde ik het witte hout licht op. Ik liet het zoals het was: het gaf de planken een verouderde, rustieke uitstraling.

    Ik wilde ze verticaal gebruiken: als kleine kapstokken. Ik bevestigde een haakje aan de achterkant van elk plankje, op het bovenste centrale deel. dat was alles. Nu kan ik wat ik maar wil ophangen aan de ene overgebleven ladeknop. Sjaal, vest, de leiband voor de hond…

    Voorlopig wilde ik er meer een decoratief object van maken: ik hing er kleine glazen potjes aan (yoghurt, compote…) met een eenvoudig koord dat strak om de hals was gebonden. En ik decoreerde de potjes met een paar takjes bloemen.

    Heel verfijnd, heel charmant. Of hoe eenvoud soms helemaal werkt!    

  • Mila: “Bloemen om… parasieten uit de tuin te houden!”

    Aan het einde van mijn straat vind je Marcello’s moestuin. In de buurt weet iedereen wie de kleine man met de snor is die zijn leven lang op zijn lap grond werkt. Mensen zwaaien naar hem als ze hem passeren, ook al kennen ze hem niet echt. Hij maakt eigenlijk wat deel uit van het landschap…

    Onlangs nam ik de tijd om hem te feliciteren met zijn mooie moestuin, waarin rijen bloemen en rijen groenten elkaar afwisselen. Een lust voor het oog. En ik kan je vertellen: Marcello is een prater. En deelt graag zijn passie.

    Hij vertelde me dat de bloemen in zijn tuin er niet alleen zijn om er mooi uit te zien. De geel-oranje pompons, die Afrikaantjes genoemd worden, staan er om zijn gewassen te helpen verzorgen.

    Ik leerde dat de Afrikaantjes planten zijn die ervoor bekend staan dat ze van ongedierte in de moestuin verdrijven. De sterke geur van de mooie bloemen verjaagt bladluizen, mieren, rupsen en zelfs de kleine wormpjes die planten en groenten verslinden. Kortom, een killer!

    Ik moet toegeven, en dat heb ik Marcello ook verteld, dat ik nooit echt veel bereikt heb van mijn moestuindromen. Mijn pogingen worden altijd gestaakt: de insectenplagen krijgen altijd de overhand.

    Hij legde me uit dat Afrikaantjes niet alleen problemen kunnen voorkomen, maar ook een al besmette moestuin kunnen redden: een afkooksel van de bladeren op de tuin sproeien, kan hem ontsmetten. Een indrukwekkende insectendodende kracht.

    Het voordeel van Afrikaantjes? Het is een plant die in gewone grond groeit en weinig onderhoud nodig heeft. Hij bloeit de hele lente en zomer en heeft heel weinig water nodig. Bovendien trekken de bloemen ook bestuivende insecten aan: nog een manier om meer en beter te produceren.

    Marcello lachte. Dat was het, hij had alles gezegd. Hij sneed een bloem af en gaf die aan mij. Ik hoop dat hij niet bedoelde dat ik een ongewenste plaag was. Hij ging terug naar zijn moestuin. Ik ging verder met mijn dag. Maar ik zal het niet vergeten. Mijn volgende poging tot groenten kweken in de tuin zal meteen ook bloeien!

  • Mila: “Een even leuke als ecologische badmat? Ik weet exact wat je nodig hebt!”

    In de mooie chalet die we vorige week huurden, ontdekte ik in de badkamer een even verrassend als origineel tapijt. Een tapijt met een ‘green attitude’ dat leuk is en ook nog eens ecologisch.

    Het was gemaakt van mos: kleine plukjes groen mos, naast elkaar geschikt in kleine bolletjes. Ik wilde snel douchen en mijn blote voeten op dit tapijt zetten, dat er zo zacht uitzag.

    Toen we alles hadden uitgepakt en weggelegd, besloot ik om een douche te nemen en mijn douchematje te testen. En weet je wat? Het voelde geweldig! Het voelde echt alsof ik op mos in het struikgewas liep. Het was even comfortabel als zacht.

    Uiteraard is het niet de bedoeling dat je er echt je voeten aan veegt, zoals je met vuile schoenen zou doen op een deurmat: kleine stukjes mos zouden kunnen loskomen. Neem in plaats daarvan de tijd om je af te drogen met je voeten stevig in het mos, zodat het water naar de zachte vegetatie loopt en die voorzichtig water geeft.

    Het water wordt dan opgenomen door de planten: ideaal! Het betekent ook dat je de vloer niet hoeft te dweilen en de doorweekte badmat niet hoeft op te hangen om te drogen. Het enige onderhoud dat nodig is, is het mos vochtig houden.

    Het is duidelijk dat de natuurlijke mat dood zou gaan als je er niet regelmatig water op zou sprenkelen. Maar met mijn grote gezin hebben we er goed voor gezorgd. Je mag de mat ook niet in de buurt van een warmtebron leggen: het mos zou in een mum van tijd uitdrogen. Niks om te combineren met vloerverwarming dus, zou ik zeggen.

    Ik vond het concept intrigerend. Ik ontdekte dat het oppervlak van de mat gemaakt is van gerecyclede latex en van plantaardige oorsprong is. En dat de rotbestendige basis de vorm heeft van een grote wolk, zodat de golven die de randen vormen, kunnen worden samengevoegd met andere matten (om een groter oppervlak te creëren).

    De jonge ontwerpster die dit concept ongeveer tien jaar geleden bedacht, noemde haar project ‘Larosée’, een mooie woordspeling in het Frans.

    Je vraagt je misschien af: waarom maak je niet je eigen mostapijt? Ik denk dat dat wel kan. De kleur van mos varieert afhankelijk van de bomen waaronder het wordt verzameld, en dus het zou een aantal leuke ideeën kunnen opleveren. Probeer het eens!

    Hoe dan ook: ik heb echt genoten van deze ontdekking! Het is gewoon een extra manier om de natuur in huis te halen en je groen te voelen tot in het puntje van je tenen!