Auteur: jan

  • Waarom je soms een bestelbon moet krijgen als je bouwmaterialen bestelt

    Als je bij een verkoper van bouwmaterialen iets bestelt dat niet in voorraad is of op maat moet worden gemaakt, zal die je vaak om een voorschot vragen. Maar wist je dat de verkoper in dat geval verplicht is om je een bestelbon te geven? Wat moet je daarvan weten?

    Een verkoper van bouwmaterialen die voor jou een bestelling plaatst wil allicht zeker zijn dat je de bestelling nadien ook komt afhalen. Vandaar dat vaak om een voorschot wordt gevraagd.

    Bestelbon verplicht

    Als effectief een voorschot wordt gevraagd verplicht de wet de verkoper om je een bestelbon te geven. Die moet ook een aantal verplichte vermeldingen bevatten. Zo moet de bestelbon de naam en adresgegevens van de verkoper bevatten. De verkoper moet de bestelbon bovendien ook ondertekenen. Op de bestelbon moet onder meer staan wat je juist bestelde, wat de prijs daarvan is en welk voorschot je betaalde. Je hebt dan tenminste een bewijs van wat je al betaalde.

    En zonder voorschot?

    Moet je geen voorschot betalen, dan is het integendeel niet verplicht voor de verkoper om je een bestelbon te overhandigen. Veelal zal de verkoper toch wensen dat je er één tekent, tenzij hij je bv. voldoende kent of hij de bestelde goederen anders sowieso wel aan iemand anders zal kunnen verkopen.

    Bekijk de inhoud

    Als je een bestelbon ondertekent kijk je maar best na wat daar precies instaat voor je die ondertekent. Kijk na of de bestelde goederen correct worden omschreven (zowel de aard van de goederen als de hoeveelheid) en of de overeengekomen prijs ook juist wordt vermeld.

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

     

     

  • Kan een verhuurder kandidaat-huurders laten ‘opbieden’?

    Wie een woning of appartement verhuurt en daarvoor publiciteit maakt moet daarbij de gevraagde huurprijs aangeven. Kan de verhuurder later uiteindelijk ‘meer’ vragen en kandidaat-huurders tegen elkaar laten opbieden?

    Op dit moment zijn heel wat kandidaat-huurders op zoek naar een betaalbare huurwoning. Bij woningen die prijs-kwaliteit goed in de markt liggen zijn er dan ook heel wat geïnteresseerden die willen huren. Kan de verhuurder daarvan gebruik maken om de kandidaten tegen elkaar te laten opbieden en uiteindelijk meer te krijgen dan de vraagprijs?

    Vraagprijs vermelden

    De verhuurder moet in de van hem uitgaande publiciteit de huurprijs vermelden die hij vraagt. Doet hij dat niet dan riskeert hij een boete. Die vraagprijs is evenwel niet bindend. De verhuurder mag daar nog van afwijken. Dat betekent meteen dat de verhuurder uiteindelijk aan een andere (lees : een lagere of een hogere prijs) mag verhuren.

    Opbieden?

    De verhuurder kan kandidaat huurders dan ook in principe tegen elkaar uitspelen. Een echte veiling organiseren ligt moeilijk maar de verhuurder kan bv. wel elk van de kandidaat-huurders apart een bod laten uitbrengen om dan vervolgens een keuze te maken.

    De verhuurder kiest

    Het is trouwens de verhuurder die uiteindelijk kiest met wie hij in zee gaat.  Hierbij mag hij niet discrimineren.  Het is de verhuurder wel toegelaten om uiteindelijk te kiezen voor een andere kandidaat dan diegene die het hoogste bod doet en dit bv. omdat hij bij die kandidaat een beter gevoel heeft.

     

    Jan ROODHOOFT, advocaat (www.ra-advocaten.be)

  • 6 dagen na het ondertekenen van het lijfrentecontract sterft ze! Gaat de verkoop door?

    Dit verhaal speelt zich af in de prestigieuze badplaats ‘La Baule’. De verkoopster was 90 jaar oud, haar appartement was dik anderhalf miljoen waard en de koper was niemand minder dan… haar dokter! Die laatste dacht dat hij een gouden zaak gedaan had, aangezien de verkoopster 6 dagen na de ondertekening van het lijfrentecontract overleed! Maar de verkoop werd geannuleerd… En bij ons? Hoe zou het verhaal hier aflopen? 

    Deze anekdote komt uit ‘Le Figaro Immobilier’. De koper had de aanbetaling van 208.000 euro al gestort, evenals de eerste maandelijkse som van 3.000 euro. Maar enkele dagen later overleed de verkoopster. Haar zoon tekende beroep aan en de rechtbank gaf hem uiteindelijk gelijk door de verkoop te annuleren. En bij ons, hoe zou het gerecht reageren in dit soort situatie? 

    Waarom een te voordelige verkoop op lijfrente veelal niet geldig is

    Als je een woning of appartement op lijfrente koopt tegen een te lage prijs dan is de kans niet onbestaande dat die verkoop later in vraag wordt gesteld. Hetzelfde geldt soms als de verkoper snel na het tekenen van de akte overlijdt. Waarom is dat het geval? Wat moet je hiervan weten?

    Oudere eigenaars van een onroerend goed denken er wel eens aan om hun onroerend goed op lijfrente te verkopen. Bij zo’n verkoop betaalt de koper aan de verkoper (naast eventueel een vast bedrag dat men betaalt bij het aangaan van het contract) een periodieke uitkering en dit veelal tot de verkoper overlijdt.  De ‘koopprijs’ wordt dus niet ineens betaald maar ‘in periodieke (veelal maandelijkse) termijnen’, waarbij het aantal termijnen dat uiteindelijk moet worden betaald op het moment van het sluiten van het contract onzeker is.

    Kanscontract

    Bij een aankoop op lijfrente is het dus onzeker hoeveel de koper uiteindelijk zal moeten betalen.  Hoe sneller de verkoper overlijdt, hoe goedkoper de koper van het onroerend goed er vanaf is. Hij zal in dat geval nu eenmaal minder moeten betalen. Hoe langer de verkoper leeft, hoe een slechtere zaak de koper doet. Een verkoop op lijfrente is dan ook wat men noemt een zogenaamd ‘kanscontract’. 

    Bij het bepalen van het bedrag van de lijfrente wordt rekening gehouden met de waarde van het onroerend goed, de leeftijd en het geslacht van de verkoper, of er meerdere verkopers zijn en de lijfrente moet worden betaald tot de langstlevende overlijdt enz. Een notaris kan  je  helpen bij de berekening. Er bestaan ook sterftetabellen die je kan gebruiken.

    Te laag bedrag

    Is het bedrag dat wordt overeengekomen te laag en kan de verkoper er alleen maar bij verliezen, dan is de kans groot dat het contract in vraag kan worden gesteld. Een verkoop op lijfrente is immers zoals we al aangaven een kanscontract. Dat betekent dan ook dat zowel de koper als de verkoper beiden de kans moeten hebben om een goede dan wel een slechte zaak te doen. 

    Als het overeengekomen bedrag te laag is en de verkoper alleen maar kan ‘verliezen’ en geen kans op winst heeft, dan is het kanscontract niet geldig en is de verkoop nietig.  Hetzelfde geldt als er een manifeste disproportie is in de kansen op winst of verlies van koper of verkoper.  De verkoper (of diens erfgenamen) kunnen dan de nietigheid van de overeenkomst vragen.

    Zo oordeelde de rechtspraak bv. reeds dat een contract waarbij een 86-jarige dame de blote eigendom van haar appartement verkocht nietig was. De blote eigendom van het appartement was nu eenmaal 300.000 euro waard en de kopers dienden een maandelijkse rente van 650 euro te betalen. Om de waarde van de blote eigendom terug te krijgen diende de verkoopster eigenlijk nog 37 jaar te leven wat gelet op haar leeftijd evident onmogelijk was.

    Ziekte

    Het kan ook wel eens gebeuren dat het overeengekomen bedrag wel correct is gelet op de vermoede levensduur van de verkoper maar dat die uiteindelijk vrij kort na het sluiten van de overeenkomst komt te overlijden. Ook dan bestaat de kans dat de overeenkomst uiteindelijk in vraag wordt gesteld. De wet zegt nu eenmaal dat het contract, waarbij de rente gevestigd is op het leven van iemand die reeds was aangetast door de ziekte waaraan hij binnen twintig dagen na de dagtekening van het contract is overleden zonder gevolg is en dus niet geldig.

    Ook als de verkoper al een ernstige ziekte heeft op het moment van het aangaan van het contract waaraan hij riskeert voortijdig te overlijden, kan dit een element zijn om te zeggen dat er geen sprake is van een geldig kanscontract en de verkoop op lijfrente dus nietig is.

    Verdoken schenking

    Als je een pand kocht op lijfrente en de erfgenamen van de verkoper stellen die koop in vraag, dan kan je eventueel nog argumenteren dat de verkoper je eigenlijk voor een stuk een verdoken schenking wilde doen. Als je daarin slaagt dan kan de verkoop eventueel wel ‘overeind’ blijven.  Je moet dan wel kunnen bewijzen dat er sprake was van een zogenaamde wil tot schenken (een ‘animus donandi’). Het zal veelal de rechtbank zijn die bij een discussie hierover de knoop dient door te hakken.

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

  • Dit kan je aannemer doen als je geen voorschot betaalt

    Je aannemer weigert om bij jou op de werf aan de slag te gaan zo lang je hem geen voorschot betaalt. Heeft hij dat recht wel? Kan hij dan ook andere maatregelen tegen jou treffen?

    Kijk in het contract

    In de wet staat nergens een bepaling die zegt dat je aan een aannemer sowieso een voorschot moet betalen. Is dit niet voorzien in de overeenkomst die je met de aannemer sluit, dan kan die dus niet eisen dat je vooraleer hij aan de slag gaat een voorschot betaalt.

    Doet hij dat toch dan gaat je aannemer in de fout. Stel hem dan via een aangetekende brief in gebreke de werken alsnog aan te vatten. Doet hij dat vervolgens nog niet dan kan je via de rechtbank de ontbinding van de overeenkomst vragen.

    Er zijn andere afspraken

    Sprak je met de aannemer af dat je wel een voorschot moet betalen en doe je dat niet, kijk dan in de overeenkomst wat het gevolg daarvan kan zijn. Zo kan er bv. in de overeenkomst staan dat je aannemer dan gerechtigd is om de uitvoering van het contract op te schorten en de werken niet te beginnen of ze zelfs niet in te plannen.

    Er kan bv. ook in de overeenkomst staan dat ze bij niet-tijdige betaling van het voorschot op verzoek van de aannemer kan worden ontbonden en dat die dan gerechtigd is op een schadevergoeding.

    Geen sanctie voorzien?

    Werd het betalen van een voorschot afgesproken maar werd er in de overeenkomst geen sanctie voorzien, dan kan de aannemer zich beroepen op de ‘exceptie van niet uitvoering’. Hij kan dan weigeren om de uitvoering van de werken te beginnen. Hij zou -als je blijft weigeren om te betalen- ook de ontbinding van het contract kunnen vragen.

     

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

  • 3 manieren om te weten of er werken gepland zijn aan een appartementsgebouw

    Als je een bestaand appartement wil kopen is het belangrijk te weten of er werken gepland zijn aan de gemene delen van het gebouw. Als koper zal je daar nu eenmaal in moeten meebetalen. Maar hoe weet je of dat het geval is?

    Renovaties aan de gemene delen van een appartementsgebouw kunnen heel wat geld kosten. Denk daarbij maar aan het geval dat de gevel, het dak of de terrassen van het gebouw aan renovatie toe zijn. Is dat het geval dan kan dat een invloed hebben op je beslissing om al dan niet te kopen.

    Kijk goed rond

    Door goed rond te kijken in het gebouw kan je al heel wat zien omtrent de toestand van de gemene delen en of er daar dringend werken aan moeten gebeuren. Je kan je ook laten vergezellen door een aannemer of architect. Die hebben nu eenmaal vaak nog een beter zicht op de toestand van het gebouw.

    Doe navraag

    Je kan daarnaast ook vragen aan de verkoper of er werken gepland zijn in het gebouw. Je kan in de koopovereenkomst een opsomming laten opnemen van de werken die volgens hem zullen gebeuren aan de gemene delen en desgevallend afspreken dat de verkoper financieel moet tussenkomen in werken die hij niet opgaf. Je kan ook je licht eens opsteken bij andere eigenaars in het gebouw.

    Kijk in de notulen

    Je kan tevens de notulen opvragen van de algemene vergaderingen die de laatste drie jaren binnen het gebouw plaatsvonden. Beslissingen over werken aan de gemene delen van het gebouw worden nu eenmaal genomen door die vergadering. Als er zo’n beslissingen zijn genomen die nog moeten worden uitgevoerd, dan zal daar meteen melding van gemaakt worden in de notulen.

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

  • Zo kan je reageren als de syndicus in de fout ging

    De syndicus binnen het gebouw waar je eigenaar bent oefent zijn functie niet naar behoren uit. Welke maatregelen kan je in dat geval nemen? Kan je de syndicus ook aansprakelijk stellen voor de schade die hij door zijn fouten veroorzaakt?

    Jan ROODHOOFT, advocaat (www.ra-advocaten.be)

    Van een syndicus mag je verwachten dat die een correct financieel, technisch en administratief beheer voert binnen het gebouw en dat hij de wetgeving op de appartementseigendom ook kent en naleeft. Maar wat kan je doen als de syndicus fouten maakt in zijn beheer door bv. geen correcte algemene vergaderingen te organiseren, facturen aan de VME niet correct te betalen of verkeerde afrekeningen op te maken?  Of erger nog, misschien begaat de syndicus wel fraude en is die met een deel van de gelden van de VME weg.

    Aanstelling

    De syndicus wordt in principe aangesteld door de algemene vergadering van mede-eigenaars met een gewone meerderheid van stemmen. Je kan als mede-eigenaar wel suggesties doen van namen van syndici. Wil je dat doen vraag dan een offerte van de syndicus in kwestie (zodat je die kan voorleggen aan de vergadering) en vraag eventueel dat de betreffende syndicus zich op de algemene vergadering van mede-eigenaars komt voorstellen.

    Als een syndicus wordt aangesteld, dan wordt daar een schriftelijke overeenkomst mee afgesloten.  In die overeenkomst wordt ook opgenomen voor hoelang de syndicus wordt aangesteld.  Hou er daarbij rekening mee die aanstelling niet langer mag duren dan drie jaar.  Het mandaat kan wel worden hernieuwd.

    Een einde maken aan de samenwerking?

    Begaat de syndicus een fout in de uitoefening van zijn functie (of is een meerderheid van de mede-eigenaars er gewoon niet tevreden over omdat hij bv. te traag reageert op vragen) dan is het ook de algemene vergadering van mede-eigenaars die een einde kan maken aan de samenwerking met de syndicus. Dat kan zonder probleem gebeuren tegen het einde van de termijn waarvoor het contract werd aangegaan.

    Ook in de loop van de duur van het samenwerkingscontract kan een einde gemaakt worden aan de overeenkomst met de syndicus.  De wet zegt nu eenmaal dat de algemene vergadering de syndicus steeds kan ontslaan. Hou er in dat geval wel rekening mee dat bij een tussentijdse beëindiging de syndicus wel eens een schadevergoeding zou kunnen vragen. Bezondigde de syndicus zich aan zware fouten of beging die fraude in de uitoefening van zijn mandaat dan kan hij allicht geen schadevergoeding eisen.

    Schadevergoeding vragen

    Maakt de syndicus fouten in zijn beheer, dan kan hij daarvoor aansprakelijk gesteld worden. Dat kan vooreerst gebeuren door de vereniging van mede-eigenaars. De syndicus moet trouwens een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.  Als de vereniging van mede-eigenaars de syndicus aansprakelijk wil stellen is het belangrijk dat hem op de algemene vergadering geen kwijting wordt gegeven voor zijn beheer.

    Lijd je door de fout van de syndicus als individuele mede-eigenaar een individuele schade, dan kan je hem daar ook soms zelf voor aansprakelijk stellen. Denk daarbij maar aan het geval dat de syndicus een schadevergoeding ontving van een verzekeringsmaatschappij voor schade aan je privé-gedeelte, maar hij nalaat om deze aan jou uit te betalen.

    Bezondigde de syndicus zich aan fraude dan kan er ook strafklacht tegen hem worden neergelegd. Overtrad de syndicus de beroepsregels dan kan er een klacht tegen hem worden ingediend bij het BIV.

    Als je het niet eens bent

    Ben je het als individuele mede-eigenaar niet eens met een beslissing van de algemene vergadering omtrent de syndicus, dan kan je naar de vrederechter stappen. Je kan die namelijk vragen om een onregelmatige, bedrieglijke of onrechtmatige beslissing van de algemene vergadering te vernietigen of te wijzigen indien die je een persoonlijk nadeel oplevert. Je moet dat doen binnen een termijn van vier maanden vanaf de datum waarop de algemene vergadering plaatsvond.

    Bovendien kan je bij verhindering of in gebreke blijven van de syndicus aan de rechtbank vragen om een voorlopig syndicus aan te wijzen.

     

  • Kan je al een huis kopen als je nog in een echtscheiding zit?

    Mensen die aan het scheiden zijn overwegen wel eens om al een nieuw huis of appartement aan te kopen onder het motto dat ‘huren maar weggegooid geld zou zijn’. Maar kan je in zo’n situatie wel overgaan tot een aankoop? Waarop moet je letten?

    Er is nog geen echtscheiding

    Als er nog geen echtscheiding is, dan hangt het af van het huwelijkscontract waaronder je getrouwd bent of je al dan niet al ‘alleen’ een huis kan kopen.  Huwde je onder een stelsel van scheiding van goederen, dan is er geen probleem. Was je integendeel gehuwd onder het wettelijk stelsel (scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten) dan geldt een andere regeling. Als je dan tijdens de echtscheidingsprocedure een onroerend goed wil kopen, dan moet je ex in principe tussenkomen en akkoord gaan (tenzij je de aankoop zou doen met eigen gelden).

    De vereffening-verdeling is nog bezig

    Ben je wel al gescheiden maar is de vereffening-verdeling van het huwelijksvermogensstelsel nog bezig, dan geldt er een andere regeling. In dat geval kan je wel zelf een onroerend goed kopen. Je ex-echtgeno(o)t(e) moet dan bij die verkoop niet tussenkomen.

    Denk twee keer na

    Zelfs als je een nieuw onroerend goed mag aankopen, dank je maar beter twee keer na voor je dat doet. Je moet namelijk over de nodige gelden kunnen beschikken om de aankoop te doen. Dat kan een probleem vormen als de vereffening-verdeling van het huwelijksstelsel nog niet is afgelopen. Je kan dan immers het geld dat daar ‘vastzit’ nog niet gebruiken Ook de bank kan wel eens moeilijk doen om je een lening te geven als er bv. nog een lening loopt voor de vroegere gezinswoning (die misschien nog niet verkocht is).

    Hou er dan ook rekening mee dat je door de aankoop wel eens in financiële moeilijkheden kan komen waardoor je uiteindelijk verplicht wordt om een minder gunstige regeling te aanvaarden in de vereffening-verdeling.

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

     

     

  • Kan je als huurder een vergoeding vragen als een herstelling te lang aansleept?

    Je verhuurder moet een herstelling doen in de woning of het appartement dat je huurt. Kan je dan een vergoeding vragen (of een korting op de huurprijs) als de herstelling uiteindelijk te lang uitblijft?

    Stel : de verwarming of boiler in de woning die je huurt is stuk. Hoewel je de verhuurder op de hoogte bracht van het probleem laat die na om de herstelling uit te voeren. Kan je in dat geval een schadevergoeding van je verhuurder vragen?

    Verwittigen

    Als er een gebrek is aan de woning die je huurt dan moet je je verhuurder daarvan op de hoogte brengen. Die moet de herstelling vervolgens zo snel als mogelijk (laten) uitvoeren. De termijn waarover je verhuurder daarvoor beschikt moet ‘in redelijkheid’ worden bekeken. Je moet als huurder nu eenmaal rekening houden met de tijd die de verhuurder nodig heeft om een aannemer te zoeken om de werken in te plannen en uit te voeren.

    Het duurt te lang

    Je kan van je verhuurder in principe geen vergoeding vragen voor de hinder die je had door het probleem. Een uitzondering op die regel bestaat als de verhuurder de herstelling te lang liet aanslepen.  In dat geval kan je namelijk wel eventueel  een schadevergoeding vragen  en dit voor de periode dat het allemaal te lang duurde.

    Mingenot tijdens de herstelling

    Ook voor de dagen dat de herstelling werd uitgevoerd kan je normaal geen vergoeding van de verhuurder vragen. De wet zegt dat als de verhuurder dringende herstellingen moet doen die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld, de huurder zich daar niet tegen kan verzetten ook al vloeien daar voor hem ongemakken uit voort. Bovendien kan hij geen vergoeding van de verhuurder vragen als de herstellingen maximaal 30 of 40 dagen duren (afhankelijk van het gewest waar het onroerend goed ligt).

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

     

  • Mag je verhuurder een bord ‘te koop’ of ‘te huur’ plaatsen aan je huurhuis?

    Je huurt een woning of appartement. Mag je verhuurder bij het einde van de huurovereenkomst een bord ‘te huur’ plaatsen in de tuin of achter een raam van je huurpand? En wat zijn de spelregels als de verhuurder je huurpand wil verkopen?

    Als  je huurovereenkomst op zijn einde loopt (omdat jij als huurder bv. de huur opzegde) dan wil de verhuurder het pand mogelijks al opnieuw te huur stellen. Hierbij wil hij misschien ook de nodige publiciteit aanbrengen aan de woning zelf. Ook bij een verkoop van het pand wil de verhuurder mogelijks publiciteit maken.

    Kijk in de huurovereenkomst

    In de huurovereenkomst kunnen er afspraken staan over wat de rechten van de verhuurder zijn als hij het huurpand tegen het einde van de huur opnieuw te huur wil stellen of als hij dat wil verkopen. Daarin kan bv. staan dat de verhuurder de nodige publiciteit mag maken aan de woning zelf. Een dergelijke afspraak is in principe ook geldig.

    En als er niets instaat?

    Staat er niets in het huurcontract, dan heeft de verhuurder al eveneens het recht om publiciteit voor de verhuur of verkoop te maken. Hij mag dan perfect in het door jou gehuurde pand of in de tuin daarvan een bord ‘te huur’ of ‘te koop’ plaatsen.

    Er zijn grenzen

    Het plaatsen van de publiciteit moet gebeuren op een manier die zo weinig mogelijk schadelijk is voor jou als huurder. Zo is het bv. niet toegelaten (tenzij met jouw toestemming) om een gans venster te ‘bekleden’ met een publiciteitsbord of om een overdreven voor jou schadelijke publiciteit te maken in de tuin.

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)

     

  • Moet je aannemer je altijd een factuur geven?

    Je doet een beroep op een aannemer om enkele kleinere herstellingen aan je woning te doen. Of je koopt bouwmaterialen aan in een doe-het-zelf zaak. Moet de winkelier of aannemer je dan een factuur geven? Mag hij je daar een vergoeding voor aanrekenen?

    BTW-wetgeving

    De verplichting om al dan niet een factuur te bezorgen is iets dat in de zogenaamde BTW-wetgeving staat.

    In die wet wordt aangegeven dat er geen verplichting bestaat om een factuur uit te reiken voor de levering van goederen of het verrichten van diensten aan natuurlijke personen (BTW-plichtig of niet) die de goederen of diensten voor hun privégebruik bestemmen. Dat betekent dan ook dat als je in een winkel bepaalde bouwmaterialen gaat kopen je niet noodzakelijk een factuur moet krijgen.

    Aannemer

    Doe je een beroep op een aannemer om onroerende werken aan je woning te doen, dan bestaat er een uitzondering op de voorgaande regel.

    Een aannemer moet je namelijk wel een factuur bezorgen voor zogenaamde werken in onroerende staat. Zo’n werken zijn er bv. als je verbouwingen doet aan je woning, je je cv-ketel laat onderhouden, je een aannemer vraagt om je badkamer te betegelen enz.

    Administratiekosten?

    Als je leverancier of aannemer verplicht is om je een factuur te bezorgen, dan kan hij je voor de opmaak daarvan geen vergoeding (bv. een administratiekost) aanrekenen.  Iets anders is het als je een factuur vraagt hoewel je contractspartij wettelijk niet verplicht is om die te geven. Je contractspartij moet je dan wel op voorhand verwittigen dat zo’n kost zal worden aangerekend en hoeveel die precies zal zijn.

     

    Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)