Kunststof plafonds zijn aan een opmars bezig in de badkamer. Ze vormen een betaalbare en stijlvolle keuze. Waarom ze zo populair zijn? We zetten een aantal zaken voor je op een rijtje.
De meerwaarde van kunststof platen
Heel wat van deze platen worden gemaakt van pvc of vinyl. Materialen die perfect bestand zijn tegen vocht. Maar deze platen hebben nog heel wat andere voordelen:
Betaalbaar
Deze materialen en de plaatsing ervan, zijn vaak een stuk voordeliger dan het laten plaatsen van een houten of betonnen plafond.
Waterbestendig
Kunststof is waterbestendig en gaat niet rotten. Hierdoor gaat je plafond een stuk langer mee, waardoor je de kost over langere tijd kunt spreiden.
Makkelijk in onderhoud
Je plafond reinigen die je simpelweg met een microvezeldoek en klaar. Er is zelfs geen product nodig, maar je kunt altijd een allesreiniger gebruiken.
Makkelijk hanteerbaar
Een kunststof plafond is licht, waardoor het monteren niet moeilijk of zwaar is. In geen tijd is je plafond geplaatst, zeker als je het door vakmensen laat doen.
Fraaie uitstraling
Een kunststof plafond is er in alle mogelijke uitvoeringen. Bovendien zijn deze plafonds super strak.
Het materiaal is ook perfect geschikt voor het maken van een verlaagd plafond, waardoor je leidingen, lampen en meer, makkelijk kunt wegwerken.
Meerdere afwerkingsopties mogelijk
Werk je met kunststof, dan zijn er meerdere opties mogelijk. Zo kun je kiezen voor een systeemplafond, met een metalen frame. Ook een schrotenplafond, met langwerpige smalle planken is mogelijk. Op die manier krijg je een unieke uitstraling. Wat strakker? Dan is een spanplafond de beste optie. Dit is een ‘vals plafond’, dat je onder je bestaande plafond monteert. Het gaat om een doek dat op raamwerk wordt gespannen en overal tot zijn recht komt.
Weet dat je je kunststof plafond ook makkelijk kunt schilderen, enkel bij een spanplafond is die niet mogelijk.
Heb je net een nieuw televisietoestel gekocht en vraag je je af waarvoor de ARC (of eARC) dient die je achter op het toestel vindt? Dit is het antwoord!
Howard Bouchevereau
Voor de komst van de ARC- en eARC-aansluitingen moest je een analoge of optische kabel gebruiken om je TV op een versterker of soundbar aan te sluiten. Dat gebeurde via een stereo RCA (analoog), optische (digitaal) of coaxiale (digitaal) kabel.
Gelukkig heeft de sector de overdracht van het audiosignaal van TV’s willen standaardiseren en vereenvoudigen door een nieuwe norm in het leven te roepen: HDMI ARC en meer recent eARC. In de praktijk bestaat dit uit een ‘retourkanaal’ dat uit de TV komt en aangesloten kan worden op een extern apparaat, zoals een ‘home cinema’-versterker of een soundbar. Terwijl een conventionele HDMI-poort zowel video- als audiosignalen levert, gaat het bij de HDMI ARC- en eARC-poort enkel om audiosignalen in de hoogste kwaliteit.
ARC of eARC?
Met de evolutie van geluidstechnieken was een verbetering van de ARC-verbinding nodig om een veel grotere hoeveelheid informatie te kunnen verwerken. ARC evolueerde daarom naar eARC.
Het grootste verschil tussen de twee is de bandbreedte en de snelheid. De verbeterde versie van het systeem (Enhanced Audio Return Channel of eARC) heeft een veel grotere bandbreedte dan zijn voorganger (ARC). De bandbreedte is het bereik van de frequenties of de hoeveelheid gegevens die op een bepaald moment worden overgedragen. Je kan het vergelijken met een waterleiding die een bepaalde hoeveelheid water kan vervoeren, afhankelijk van de diameter van de leiding.
De grotere bandbreedte betekent dat er een grotere hoeveelheid gegevens kan worden verstuurd. Bovendien hoeft het digitale audiosignaal dankzij de grotere bandbreedte niet te worden gecomprimeerd. Het geluid is daardoor veel gedetailleerder en ook rijker en dynamischer. Dankzij eARC kan je nu genieten van de intensiteit van een bioscoop-achtig surround sound-geluid met formaten als DTS:X of Dolby Atmos. Omdat de ARC-technologie beperkter is, kan alleen eARC deze high-definition formaten aan.
Als je tv echter een eARC-aansluiting heeft, maar je soundbar of versterker beperkt is tot een ARC-poort, hoef je je geen zorgen te maken: je kan dan nog steeds naar muziek luisteren via je audiosysteem, maar door de beperkte bandbreedte kan je wel niet genieten van high-definition audio of de nieuwste surround-formaten.
Heb je een specifieke HDMI-kabel nodig?
Ja, om van de voordelen van de ARC- en eARC-technologie te kunnen genieten, heb je een compatibele HDMI-kabel nodig. Sommige HDMI-kabels beschikken niet over genoeg bandbreedte om audiokanalen aan een hoog debiet te verzenden. Daarom moet je investeren in een snelle HDMI-kabel die deze twee nieuwe formaten ondersteunt.
Als je het slot van je deur wil vervangen, bijvoorbeeld omdat het stuk is of verouderd, maar je niet weet wat te kiezen uit het grote aanbod op de markt, dan overlopen we in dit artikel waar je rekening mee moet houden bij het kiezen.
De eerste vraag die je jezelf moet stellen voordat je tot vervanging overgaat is of je het slot of de cilinder van je deur moet vervangen. De algemene term ‘slot’ verwijst over het algemeen immers naar het volledige sluitsysteem van een deur. Dus voordat je naar je lokale doe-het-zelfzaak gaat, moet je uitzoeken welk deel van het slot vervangen moet worden.
Bovendien is het vaak zo dat mensen enkel de sleutels van een toegangsdeur willen vervangen. In dat geval is de meest rationele oplossing om gewoon de cilinder van het slot te wisselen. Dit is het deel van de deurvergrendeling waarin je de sleutel steekt. Er zijn verschillende soorten cilinders, variërend van een eenvoudig exemplaar tot een complexe cilinder met sleutels die niet te kopiëren zijn. Maar pas op, als je je slot wil veranderen om je huis veiliger te maken, volstaat het vervangen van de cilinder niet. Als je geen gepantserde deur laat plaatsen, is het beter om het volledige slot te vervangen en daarbij te kiezen voor een model met meerdere vergrendelingspunten.
Welk slot kies je?
Zoals je je wel kan voorstellen past niet elk slot op elke deur. Daarom is het belangrijk om het type slot op je deur te identificeren. Is het een insteekslot of een opbouwslot? Goed om weten: insteeksloten zijn verborgen en het mechanisme zit verborgen in het blad van de deur, terwijl bij opbouwsloten het volledige mechanisme zichtbaar is, wat de installatie vergemakkelijkt. Bovendien zijn de meeste insteeksloten omkeerbaar, maar bij opbouwsloten is dat niet het geval!
Het is ook belangrijk om uit te zoeken welke kant je deur opgaat om een geschikt model te kiezen. Ga hiervoor binnen staan. Als de deur wordt geopend door hem naar je toe te trekken en de handgreep zit rechts, dan heet het een ‘rechts slot’. Als je de deur open moet duwen en de handgreep zit links, dan heet het een ‘links slot”.
Hoofddoel: veiligheid!
Als het om veiligheid gaat tenslotte, is het ene slot het andere niet. Voor een toegangsdeur en een sterk slot ga je indien mogelijk voor een meerpuntsslot, waarbij de sleutel meerdere vergrendelingspunten bedient. Wat de cilinder betreft: hoe complexer de cilinder, hoe moeilijker hij te kraken is. Je kan ook kiezen voor een slot met een cilinder die beter bestand is tegen inbraakpogingen.
Een ander belangrijk punt: om te voorkomen dat je sleutel gemakkelijk gekopieerd kan worden, zijn er sleutels die niet gereproduceerd kunnen worden. Tenzij je ze bestelt bij de fabrikant, die dat alleen doet wanneer een specifiek document wordt voorgelegd. In dat geval kan de reproductie van een sleutel duur zijn. Tot slot: als je eerder van het verstrooide type bent, waarom probeer je dan niet een geconnecteerd slot? Je kan dan je smartphone gebruiken om je huis binnen te gaan.
Het is een lastige keuze die heel wat muziekliefhebbers bezighoudt: ga je beter voor een ‘boekenplankspeaker’ of eerder een zuilmodel om optimaal te genieten van je favoriete muziek? We wegen deze twee types tegen elkaar af.
Scott Major
In tegenstelling tot boekenplankspeakers, die over het algemeen de afmetingen hebben van een schoendoos die verticaal geplaatst is, kunnen zuilspeakers eerder volumineus zijn. Één van de eerste vragen die je je dus moet stellen wanneer je een keuze maakt, is dus over hoeveel plaats je beschikt in de ruimte waar je muziek wil beluisteren.
Drie fundamentele vragen die je je moet stellen
Het eerste criterium is de grootte van de ruimte. Voor een kleine ruimte of een ruimte met weinig stahoogte zijn boekenplankluidsprekers de beste keuze. Zuilmodellen of op de vloer staande luidsprekers zouden qua prestaties beperkt worden en niet hun volledige potentieel kunnen bieden. Als je een middelgrote kamer hebt, heb je de keuze uit beide opties, afhankelijk van je antwoorden op de volgende twee punten. Heb je ten slotte een grote luisterruimte, dan kan je best gaan voor zuilluidsprekers, want met boekenplankmodellen kan je je niet goed onderdompelen in de klankomgeving van je favoriete nummers.
De tweede is weten wat je luistergewoonten zijn. Als je het type persoon bent dat van zang en instrumenten houdt, dan kunnen beide typen luidsprekers geschikt zijn, vooral als je van klassieke muziek of jazz houdt. Als je meer van elektro, pop, rock houdt of een fervent home cinema-gebruiker bent, ben je beter af met zuilluidsprekers. Die zullen een realistischer geluid bieden dankzij een diepere bas en een meer overtuigende dynamiek. Voor een kleine kamer moet je boekenplankluidsprekers kiezen die voldoende bas kunnen produceren.
Tenslotte rest nog de vraag over welk budget je beschikt. Hier is het interessant om op te merken dat het voor dezelfde prijs soms interessanter is om te kiezen voor high-end boekenplankluidsprekers dan voor instap- of middenklasse zuilluidsprekers. Vertrouw op je oren en laat je leiden door je luisterervaring. Jij moet immers tevreden zijn met het geluid, niet de persoon die je adviseert!
Et zijn steeds meer meldingen van inbraken in je buurt en je wil een gepantserde deur plaatsen? Check dan eerst of dat wel degelijk de oplossing is die je nodig hebt!
De voordelen
Investeren in een gepantserde deur is in de meeste gevallen een uitstekend idee. Wanneer het aantal inbraken toeneemt, is het een eenvoudige en doeltreffende oplossing om je huis te beveiligen. Er zijn verschillende soorten gepantserde deuren verkrijgbaar, variërend van eenvoudige modellen (een versterkte deur met een veilig slot) tot de meest geavanceerde (deuren met een metalen structuur met een slot met drie, vijf of zelfs zeven vergrendelingspunten).
Naast de veiligheidsaspecten is één van de belangrijkste voordelen dus ook de stevigheid van deze deuren en hun lange levensduur.
Bovendien kan dit type deur, afhankelijk van het gekozen model, je woning ook esthetisch ten goede komen. De meest recente modellen zijn immers elegant en keurig, dankzij materialen en accessoires met een eigentijdse uitstraling. Een gepantserde deur kan dus het uiterlijk van je gevel of gang verbeteren en (aan de binnenkant) bij de aankleding van je woning passen.
De nadelen
Hoe doeltreffend ze ook zijn, gepantserde deuren zijn alleen nuttig als de rest van je huis ook beveiligd is. Als je huis voorzien is van oude raamkozijnen of een garagepoort uit lang vervlogen tijden, dan zullen inbrekers snel een andere weg naar binnen vinden wanneer ze gehinderd worden door je gloednieuwe gepantserde deur. Het heeft dus geen zin om in dit soort deur te investeren als de rest van de toegangswegen niet voldoende beveiligd zijn!
Een ander nadeel is de kostprijs: een gepantserde deur kost wel wat. Ze zijn duurder dan conventionele deuren, dus het is belangrijk om goed na te denken over de zin van een gepantserd exemplaar voor jouw huis.
Bovendien zijn deze deuren door de materialen en bepantsering die gebruikt worden, veel zwaarder om te hanteren en ingewikkelder om te plaatsen. Het is daarom essentieel om een beroep te doen op professionals om dat laatste te doen. Tot slot worden gepantserde deuren vaak verkocht in standaardmaten. Het is dus belangrijk om de grootte van je deuropening te weten. Hou er rekening mee dat een op maat gemaakte deur je aanzienlijk meer zal kosten.
De meeste Belgen hebben niet het geluk om in een goed geïsoleerd huis, laat staan een passiefhuis te wonen. Maar dat betekent niet dat je niet kan inzetten op enkele makkelijk te realiseren zaken om de isolatie van je woning toch wat op te krikken.
Eduard
Hou je waterleidingen warm!
Om ze tegen vorst te beschermen, maar gewoon ook om warmteverlies te voorkomen, is het aan te raden om niet in muren ingebouwde waterleidingen te isoleren. Hoe? Gewoonweg door daarvoor ontworpen isolerende omhulsels te gebruiken. Die moet je gewoon open spreiden en ze makkelijk om de leidingen te kunnen schuiven. Deze isolerende omhulsels zijn gemaakt van zacht schuim en daardoor geschikt voor zowel rechte leidingen als leidingen met bochten.
Isoleer je warmwaterreservoir
In dezelfde geest is het aan te raden om je warmwaterreservoir goed te isoleren, vooral als dat in een kelder, garage of kelder geplaatst is. Er bestaan isolatiekits voor de meest recente modellen, maar oudere modellen kan je ook gewoon isoleren met rotswol, dat je rond de tank plaatst om het warmteverlies te beperken.
Geef het rendement van je radiatoren een boost
Om het rendement van je radiatoren te verbeteren, bestaat er een eenvoudige oplossing: breng reflecterende panelen aan op de muren erachter. De warmte wordt dan naar de woonruimte gereflecteerd in plaats van door de muur te worden geabsorbeerd. Zo voorkom je dat er warmte verloren gaat in de muren van je huis. Hoe? Zorg gewoon voor een reflecterend paneel ter grootte van de radiator en dubbelzijdig plakband. Plaats het paneel vervolgens achter de radiator, aan de muurzijde. Je ziet ze niet, maar je kan er wel heel wat mee besparen, want je verwarming is nu efficiënter!
Gordijnen als bondgenoot
Hoe onbenullig het ook lijkt, ook je gordijnen kunnen bijdragen aan de isolatie van je huis. In de winter sluit je ze best van zodra het donker wordt om de warmte binnen te houden, maar zodra de zon schijnt, open je ze weer om de zonnewarmte in huis binnen te laten. Je kan ook investeren in dikkere gordijnen die zorgen voor extra isolatie zonder dat je je ramen hoeft te vervangen. Tot slot kan je weinig gebruikte ramen (bijvoorbeeld in de kelder of garage) ook afdekken met een plaat van piepschuim.
Isolerende verf, ken je dat?
Waarom het nuttige niet aan het aangename koppelen wanneer je je muren een ander kleurtje wil geven? Daarbij kan je gebruik maken van isolerende verf. De samenstelling ervan is ontworpen voor een reflecterend effect en werkt in op de warmtegeleiding van materialen. Zo verbetert het de thermische isolatie van je muren.
Door de explosie van de gasprijzen zoeken heel wat gezinnen naar alternatieve manieren om te verwarmen. En dat komt goed uit, want er zijn nog nooit zoveel opties geweest!
Arthur Lambillotte
In België wordt het vaakst verwarmd met gas. Logisch, want tot voor kort was het een betaalbare en overvloedige brandstof. Maar met de Covid-pandemie en de oorlog in Oekraïne kent de prijs van gas een enorme stijging tot ongeziene hoogtes. Een situatie waardoor heel wat gezinnen op zoek gaan naar andere manieren om te verwarmen met als doel geld te besparen.
Welke alternatieven zijn er?
Gas is niet de enige manier om je huis te verwarmen. Er zijn heel wat andere brandstoffen beschikbaar en een traditionele ketel kan gemakkelijk vervangen worden door een andere uitrusting. Hieronder vind je vier opties.
Biomassaketel: deze ketel werkt ongeveer zoals een gasketel, maar gebruikt een andere brandstof, bestaande uit hout of houtresten. Er bestaan ketels op houtblokken, korrels, pellets, plaatjes of zelfs versnipperd hout. Ze zijn niet alleen goedkoop, maar produceren ook een energie die volledig zuiver en 100% hernieuwbaar is. Bovendien bieden ze een heel goed rendement, waardoor dit een oplossing is voor je woning. Je hebt de keuze uit een gedecentraliseerd systeem zoals een pelletkachel die je al voor zo’n 1.000 euro kan kopen, of een systeem dat je kan aansluiten op je centrale verwarming. Reken in dat laatste geval op een minimum van 5.000 euro voor een heel eenvoudig systeem, tot een veelvoud daarvan voor technisch hoogstaande oplossingen.
Warmtepomp: het is perfect mogelijk om een traditionele gasinstallatie te vervangen door een warmtepomp. Het is een van de meest ecologische opties die momenteel beschikbaar is op de markt. Afhankelijk van het model haalt de warmtepomp warmte uit de omgevingslucht of uit de grond (geothermische warmtepomp). Ook hier is het rendement uitstekend, maar de aankoop- en installatieprijs van het systeem is over het algemeen hoger dan van een traditionele ketel. Reken op minimum 2.500 euro voor een lucht-luchtsysteem met beperkte capaciteit, vanaf 7.500 euro voor een lucht-water warmtepomp en minimum 10.000 euro voor een geothermisch systeem met horizontaal captatienet (een vertikaal captatienet met grondboringen kost meer). De binnen- en buitenafwerking voor de integratie van het systeem zal ook een grote impact hebben op de eindfactuur.
Houtkachel: we zeggen er al meteen bij dat een houtkachel niet voldoende warmte zal kunnen voorzien voor je interieur, zeker als je in een huis woont. Toch is het een interessant alternatief. De kachel werkt met houtblokken, maar ook met korrels en pellets. Zoals hierboven uitgelegd is het een weinig vervuilende en volledig hernieuwbare brandstof. Het is bovendien mogelijk om de installatie te voorzien van een systeem dat de warmte recupereert en opnieuw verspreidt, zoals je meerdere ruimtes in huis kan verwarmen. Hier lopen de prijzen sterk uiteen naargelang de technologie, het rendement en ook het design.
Gecombineerd zonneboilersysteem: met deze technologie kan er warmte worden geproduceerd met energie van de zon. Zonnecollectoren verwarmen water dat opgeslagen wordt in een buffervat. Ideaal voor sanitair warm water, maar om een volledig huis te verwarmen moet het water waarschijnlijk nog naverwarmd worden, bijvoorbeeld via een warmtepomp. Maatwerk en het prijskaartje van zo’n combinatie loopt natuurlijk wel op. Bovendien is het minder efficiënt in de winter wanneer er minder zon is, en je net warmte nodig hebt. Enkel voor de zonneboiler moet je rekenen op een minimum van 2.500 euro (met een buffer van 150 liter).
Als je in Vlaanderen een zonneboiler of warmtepomp installeert, kan je een premie aanvragen bij Fluvius. Voor een zonneboiler bedraagt die premie € 550 per m2, maar met een begrenzing op € 2.750 of 40% van het totaalbedrag op de factuur. Voor een warmtepomp is de premie afhankelijk van het type model: € 300 voor een lucht-lucht warmtepomp, € 800 voor een hybride lucht-water warmtepomp, € 1.500 voor een warmtepomp lucht-water en € 4.000 voor een geothermische warmtepomp.
Ook voor die premies geldt een maximum van 40% van het factuurbedrag. Die laatste premies worden echter verdubbeld als je woning in een gebied zonder aansluiting op het aardgasnetwerk ligt of als de warmtepomp een elektrisch verwarmingssysteem vervangt. Uiteraard zijn er bepaalde voorwaarden verbonden aan de toekenning van de premies. Aarzel niet je te informeren bij je netbeheerder voor bijkomende info!
Om het inzetten van een professionele syndicus te vermijden en zo kosten te besparen, kiezen heel wat kleine mede-eigendommen ervoor om de rol van de syndicus toe te vertrouwen aan één van de mede-eigenaars, die deze taak onbezoldigd op zich neemt. Maar toch komt er een minimum aan vaardigheden kijken bij deze rol. We bekijken ze samen met jou!
Onbezoldigd syndicus: wie kan aanspraak maken op deze rol?
In de praktijk kan elke natuurlijke of rechtspersoon die deel uitmaakt van het mede-eigendom onbezoldigd syndicus worden. Als het gaat om een natuurlijk persoon, kan elke mede-eigenaar van een deel in het mede-eigendom deze rol op zich nemen, ook als hij enkel een kelder of een parkeerplaats in het gebouw in zijn bezit heeft. Gaat het om een rechtspersoon, dan is het de wettelijke vertegenwoordiger van de rechtspersoon die de taken als onbezoldigd syndicus op zich neemt. Die persoon wordt dan aangesteld in naam van de vennootschap en niet in eigen naam.
De taken van een onbezoldigd syndicus
Dit zijn voornamelijk de taken die elke syndicus (al dan niet professioneel) uitvoert, namelijk het zorgen voor een correct beheer van het gebouw en het toezien op de financiële gezondheid. Aangezien een syndicus heel wat verschillende taken moet uitvoeren, wordt er maar beter op gelet dat de gekozen persoon in staat is om een reeks verantwoordelijkheden op zich nemen, zoals erop toezien dat het reglement van de mede-eigendom wordt nageleefd en dat de tijdens de algemene vergaderingen genomen beslissingen correct worden uitgevoerd. Maar hij of zij moet ook een reeks administratieve verplichtingen vervullen, de verschillende contracten van de mede-eigendom ondertekenen, de boekhouding bijhouden en tot slot ook het nodige doen om het correcte onderhoud van het gebouw te garanderen en eventuele schadegevallen af te handelen. En dat is nog maar een greep uit de taken van de onbezoldigde syndicus!
Een goede onbezoldigde syndicus is…
Naast de nodige competenties om de hierboven genoemde taken uit te voeren, moet een goede syndicus ook over uitstekende sociale vaardigheden beschikken en als bemiddelaar kunnen optreden. Het belangrijkste is dat de syndicus steeds een transparante en effectieve communicatie met de andere mede-eigenaars kan voeren en oplossingen kan vinden die geschikt zijn voor het goed functioneren van het mede-eigendom.
Kan je van een professionele syndicus overstappen naar een onbezoldigd syndicus en omgekeerd?
Ja, dat kan, op voorwaarde dat deze beslissing door de algemene vergadering wordt goedgekeurd. In dat geval is het aan te raden om de actieve syndicus te vragen om dit onderwerp op de agenda te zetten. De agenda moet minstens 21 dagen voor de algemene vergadering verstuurd worden bij wijze van oproeping.
Wil je meer weten over het statuut van de onbezoldigde syndicus? Aarzel niet om de website van onze partner syndicuskiezen.be te raadplegen.
Dat de Belg een baksteen in de maag heeft, is niet voor niks: vastgoed is een uitstekende belegging. Je eigen woning bezitten is al mooi, een woning in portefeuille hebben om te verhuren, dat is pas echt interessant! Maar waar moet je op letten wanneer je je eerste stappen zet op de verhuurmarkt?
Hiveboxx
Meer dan de helft van alle meerderjarige Belgen bezit een eigen woning, maar nog straffer is het feit dat 850.000 Belgen over een tweede woning beschikken. Er is dus heel wat verhuurpotentieel in België. Maar om dat wettelijk te doen, moet je woning aan een aantal vereisten voldoen en moet je je je bewust zijn van de spelregels.
Eerst en vooral moet je nagaan of het pand dat je wil verhuren, voldoet aan alle wettelijke normen inzake veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. De regels verschillen naargelang de regio waar het pand zich bevindt, maar omvatten in ieder geval een elektrische installatie, een verwarmingsinstallatie die aan de normen voldoet en een rookmelder. Check voor alle vereisten waar je aan moet doen de lokale regels. In Vlaanderen geleden er bijvoorbeeld ook minimale isolatienormen.
Een huurder zoeken
Je kan zelf je pand te huur zetten en met de huurder alles nodige zaken regelen, een makelaar inschakelen of verhuren via een sociaal verhuurkantoor. In die laatste twee gevallen moet je zelf veel minder de handen uit de mouwen steken en laat je het grootste gedeelte van het werk aan anderen over, maar zal je er waarschijnlijk ook iets minder aan overhouden. Maak de afweging en bepaal wat je wil.
Ga je zelf op zoek naar een huurder, dan kan je daarvoor gebruikmaken van handige zoekertjessites, zoals Immovlan. Maak mooie en duidelijke foto’s, een duidelijke omschrijving en zorg voor de nodige attesten, zoals het wettelijk verplichte EPC-attest. Weet dat sinds de energiecrisis een goede energiescore een grote troef is voor potentiële huurders. De huurprijs mag je uiteraard vrij bepalen, al hou je natuurlijk best rekening met wat de prijzen voor gelijkaardige panden in de regio zijn. Weet dat je na ondertekening van het contract de huurprijs niet meer kan aanpassen voor de looptijd van het contract, tenzij door indexering. Dat laatste moet dan wel opgenomen zijn in het contract.
Eens je een geschikte huurder gevonden denkt te hebben, vraag dan naar referenties van eventuele vorige verhuurders en check of de potentiële huurder de financiële slagkracht heeft om de maandelijkse huur te betalen. Daarvoor mag je een bewijs van inkomsten vragen. Dat mag bijvoorbeeld een loonfiche zijn of rekeninguittreksels, maar hou er rekening mee dat je de privacy van de huurder moet respecteren en niet mag vragen naar de bron van de inkomsten.
Het papierwerk en de opvolging
Is alles in orde, dan is het tijd om de nodige documenten op te maken: het huurcontract en de plaatsbeschrijving. Weet dat de wettelijke bepalingen van een contract voor het verhuur van een woning eerder strikt zijn, onder andere wat de looptijden en opzegtermijnen betreft, en dat je dus niet zomaar een contract mag opstellen naar eigen goeddunken. Vraag raad aan een specialist als je niet zeker bent. Het contract moet ook geregistreerd worden om geldig te zijn.
Naast het contract is ook de plaatsbeschrijving een wettelijke verplichting. De huurder wordt immers verondersteld je eigendomachter te laten inde oorspronkelijke staat en de plaatsbeschrijving moet discussies vermijden. Check ook met je verzekeraar of je correct verzekerd bent, en vraag aan de huurder hetzelfde.
De opvolging
Eens de huur gestart is, moet je gedurende de looptijd nog zorgen voor de correcte opvolging. Denk bijvoorbeeld aan de correcte en tijdige betaling van de huur door je huurder (en wat je kan en mag doen als dat niet het geval is), de opvolging van eventueel verplicht onderhoud aan installaties, herstellingen en – een belangrijk thema de laatste tijd – wanneer en hoe je de huur mag indexeren.
Je kan dat alles natuurlijk zelf doen, al dan niet met behulp van een gratis basic app of een completere betalende app of software die je meer ontzorgt. Of ja kan kiezen voor volledige gemoedsrust, en het beheer uit handen geven aan een verhuurbeheer- of vastgoedkantoor. Hou er in dat geval wel rekening mee dat er extra kosten zijn die wegen op de rendabiliteit van je pand.
De juiste koelkast kiezen, is een belangrijke beslissing. Geen nood echter, want we helpen je kiezen…
Hoewel koelkasten natuurlijk zeer vergelijkbaar zijn, bestaat er een veelvoud aan modellen en tal van verschillende types en functies. Denk aan een- en tweedelige apparaten, met of zonder geïntegreerde vriezer, vintage of Amerikaans, er is voor ieder wat wils!
De juiste koelkast kiezen
Eerst en vooral: vermijd energieverspilling! Een koelkast kan tot maar liefst een derde van de elektriciteitsrekening voor zijn rekening nemen. Ga dus niet licht over de keuze en ga voor een koelkast met een positief energielabel (de energieprestatie op een schaal van A tot G).
Een ander belangrijk punt: om te voorkomen dat je koelkast steeds te vol zit (of niet vol genoeg), moet je een maat kiezen die bij je huishouden past. Wie alleen woont, heeft helemaal geen Amerikaans model nodig, terwijl een gezin met kinderen meer nodig heeft dan een klein apparaat. Over het algemeen wordt een volume van (minder dan) 250 liter ruim voldoende geacht voor één persoon. Voor een huishouden met twee of drie personen moet dus een koelkast met een volume van 250 tot 350 liter worden gekozen. En voor vier of meer personen? Dan heb je een exemplaar met een minimale inhoud van 350 liter nodig.
Verschillende manieren om te koelen
Om tot de lage temperaturen te komen, bestaan er verschillende technologieën. Statische koeling is al tientallen jaren de norm. In apparaten van dit type zal de laagste temperatuur vlak boven de groentenbak liggen (de warmte heeft de neiging om te stijgen). Dit betekent dat je je boodschappen moet rangschikken op het type voedsel: zuivelproducten, vlees en vis bovenaan, gekookt voedsel in het midden en groenten en fruit onderaan.
Er bestaan ook modellen die dezelfde techniek gebruiken maar uitgerust zijn met een ventilator die in het koelvak is geplaatst om een gelijkmatige koudeverdeling te garanderen. Zo wordt voedsel nog beter bewaard.
In beide gevallen moet je (indien nodig) handmatig de koelkast ontdooien en dit op z’n minst twee keer per jaar.
Wat de diepvriezer betreft: een klein, geïntegreerd vriesvak voldoet in principe voor één persoon. De gecombineerde versies (met de vriezer aan de boven- of onderkant van het apparaat) bieden over het algemeen een groter volume, vooral wanneer het vriesvak aan de onderkant zit.